LTO Noord pleit voor bufferstroken tegen oprukkend jakobskruiskruid
Jakobskruiskruid komt overal voor, zoals in bermen, langs sloten, spoorlijnen, natuurterreinen en bouwterreinen. Deze grenzen vaak aan percelen van boeren. Dit vorm daardoor een constante dreiging.
LTO Noord heeft daarom de negen provincies in het werkgebied, Rijkswaterstaat, ProRail en de waterschappen een brief geschreven om de zorgen duidelijk te maken en de partijen tot actie te nopen. Zo vraagt de boerenorganisatie specifiek om bufferstroken van vijftig meter rond landbouwpercelen waar de plant niet voorkomt of niet mag bloeien.
„De gezondheid van dieren staat voorop. Ze kunnen ernstig ziek worden of zelfs overlijden door Jakobskruiskruid. Biodiversiteit is belangrijk, maar giftige planten moeten we weren. Overheden moeten specifieke maaibeleid hanteren op plekken met veel Jakobskruiskruid", licht Bert Zandman, voorzitter LTO Noord regio Oost, toe.
Boeren nemen maatregelen
Jakobskruiskruid bevat pyrrolizidine alkaloïden (PA’s), die giftig zijn voor dieren. Wanneer dieren hooi eten dat besmet is met deze plant, kunnen zij ernstige leverschade oplopen en zelfs overlijden. Boeren doen er alles aan om besmetting van voer door jakobskruiskruid te voorkomen. Zo controleren zij regelmatig de percelen op de aanwezigheid ervan, en steken zij het uit indien mogelijk. Ook vindt er bestrijding plaats indien dit mogelijk is. Dit kost geld en veel extra tijd. Soms is deze druk van jakobskruiskruid zo groot dat percelen niet eens meer bruikbaar zijn voor dieren.
Op gespannen voet met biodiversiteit
De bestrijding van Jakobskruiskruid staat op gespannen voet met de wens voor meer kruidenrijk grasland, meent LTO Noord. De plant gedijt goed op zandige bodems en kale plekken, waardoor kruidenrijke graslanden de groei van deze plant bevorderen. 'Dit kan boeren terughoudend maken om over te stappen op kruidenrijk grasland. Daarnaast is bestrijding vaak niet mogelijk in deze percelen vanwege hun kruidenrijke karakter.'