Directeur Landschap Overijssel noemt lelieteelt grote bedreiging van platteland
Sijbom schrijft dat in een nieuwsbrief van de Overijsselse natuurorganisatie. Volgens hem put de lelieteelt de grond uit. ‘Stoppende boeren houden hun grond vaak in eigendom en kiezen voor verpachten. Vanuit bedrijfseconomisch oogpunt gaat de grond dan meestal naar de hoogste bieder. Veelal een sierbloementeler die een hoog rendement wil behalen. Die draineert, verbruikt veel water en spuit continu middelen die het bodemleven doden. Als de grond is uitgeput, pacht hij elders een ander perceel om zijn bloemen te telen.’
Maatregelen
Sijbom roept de provincie Overijssel daarom op om maatregelen te nemen. Volgens hem blijven de gebruikte gewasbeschermingsmiddelen niet op de akkers liggen, maar verdwijnen die in de sloot en worden daarna kilometers verderop teruggevonden. ‘Er is veel discussie en onzekerheid over de veiligheid van deze middelen. Wetenschappers waarschuwen voor Parkinson. Het is gewoon rotspul dat slecht is voor de gezondheid van mens, plant en dier.’
Ook signaleert Sijbom een negatieve invloed op de ontwikkeling van natuurinclusieve landbouw en het noaberschap. Veel sierbloementelers zijn volgens hem niet verbonden met de lokale gemeenschap of directe omgeving. Door hoge prijzen voor de pacht te bieden snijden zij lokale boeren die willen extensiveren volgens hem de pas af. ‘Het zou beter zijn als deze percelen beschikbaar komen voor lokale agrariërs. Daarmee sla je drie vliegen in een klap: je helpt de lokale agrariër, draagt bij aan de leefbaarheid van het platteland en houdt de vervuilende en waterverslindende sierbloementeelt buiten de deur. Zeg dus nee tegen sierbloementeelt in Overijssel.'
6.000 hectare
Landschap Overijssel beheert zo’n 6.000 hectare aan eigen natuurgebieden en heeft zo’n 7.500 actieve vrijwilligers.
Tekst: Lauk Bouhuijzen
Beeld: Ruth van Schriek