Portret van Weidevogelwerkgroep Bezuiden de Vecht
Harry Huisman en Harrie Tijs zijn bevlogen en ervaren vrijwilligers met veel expertise. Beiden zijn naast bestuursleden, doorgewinterde veldwerkers. Kilometers per week lopen, over soms moeilijk begaanbare, pas geploegde akkers, is geen uitzondering. Daarnaast is het tweetal regelmatig tijdens zonsopgang en –ondergang op het land te vinden met een drone, om nesten te spotten zodat lopend zoeken sneller gaat.
Hoe ziet jullie werk eruit?
„Het hele voorjaar lopen we twee keer per week over percelen van 80 boeren en grondeigenaren waarmee we een contract hebben”, begint Harrie Tijs. „Dit doen we samen met 20 andere vrijwilligers. Ons belangrijkste doel is nesten beschermen en boeren laten weten welke vogels op hun land zitten. We koppelen altijd terug wat we vinden. Goed contact onderhouden met alle grondeigenaren is belangrijk voor ons.”
Weidevogels tellen
„We voeren ook tellingen uit”, legt Harry Huisman uit. „Eind april doen we voor grutto’s, tureluurs en wulpen de parentelling. Dan jaag je de vogels omhoog en tel je ze in de lucht. Vijf weken later is de gezinnentelling. De eieren zijn dan uitgekomen en vogels met jongen slaan alarm als je dichtbij komt. De uitkomsten van beide tellingen vergelijken we. Tel je de tweede keer aanzienlijk minder, dan weet je dat ergens iets mis gaat. Slaan er veel vogels alarm, dan zijn we blij. Dat zijn mooie momenten! Kieviten broeden gedurende een langere periode. Met één telling krijg je dan geen goed beeld van het aantal vogels.”
Rieten mandjes
„Nestbescherming gaat op verschillende manieren”, aldus Harrie Tijs. „In grasland gebruiken we stokjes als markering. De wulp accepteert stroomdraad om het nest tegen de vos. Bouwland is bewerkelijker. Daar zetten we gevonden nesten in een rieten mandje. Zo kan je vóór elke bewerking, zoals ploegen en zaaien, het mandje weg- en later terugzetten. In maisland plaatsen we nesten in de rij zodat ze veilig zijn bij bewerkingen. Alle gevonden nesten leggen we vast in de Boerenlandvogelmonitor.”
Ontheffing voor steenmarter
„Predatie door onder meer vossen en steenmarters is een probleem”, weet Harry Huisman. „Om aan te tonen wie nesten leegrooft, gebruiken we wildcamera’s. De vos mag worden geschoten en voor de steenmarter hebben we, dankzij camerabeelden, in het Lierderbroek een ontheffing gekregen om deze te vangen. Dat wordt door de wildbeheereenheid uitgevoerd. Het vangen en doden van dieren om andere dieren te beschermen lijkt vreemd, maar weidevogels zaten vroeger overal en nu nog maar op een paar plekken. Bescherming tegen predatoren is daarom essentieel voor hun voortbestaan.”
Hoe gaat het met de weidevogels?
Harrie Tijs: „De aantallen lijken dit jaar ongeveer hetzelfde als vorig jaar. In het Lierderbroek zitten veel weidevogels. Elk jaar is echter uniek qua temperatuur en neerslag. Dit jaar zijn door de regen groenbemester en gras erg hoog geworden. Kieviten en scholeksters, die graag van zich af kijken, zijn massaal naar schralere percelen met lager gras gegaan. Om dezelfde reden zijn grutto’s, die zich meestal verspreiden over grotere gebieden, in grote getalen naar één plek in het Lierderbroek getrokken. Daar is veel afwisseling in graslengte, hun voorkeursomgeving. Daar zijn dit jaar veel grutto’s geteld en elders juist minder.”
Prachtig natuurgebied
„We hebben geluk dat men in deze streek erg begaan is met weidevogels”, aldus Harry Huisman. „De grond in het Lierderbroek is opgekocht door een aantal boeren toen bekend werd dat dit gebied, waar van oudsher veel weidevogels zitten, zou worden omgevormd tot ecologische verbindingszone voor het edelhert. Het zou bos worden, waardoor weidevogels zouden vertrekken. Inmiddels vormt het Lierderbroek een 78 hectare lange strook, dwars door ons hele gebied heen, dat als weidevogelgebied wordt beheerd. Een prachtig gebied waar weidevogels floreren!”
Tot slot, wat is jullie favoriete onderdeel van dit werk?
Harry Huisman: „Vliegen met de drone is mooi. Gaandeweg krijg je steeds meer gevoel voor het aflezen van de warmtebeelden. Ook zelf nesten zoeken blijft leuk. Je leert steeds beter de signalen van de natuur te lezen. Zo verraden roofvogels de aanwezigheid van weidevogels en aan het gedrag van weidevogels zie je of ze jongen hebben.” Harrie Tijs legt zijn motivatie uit met de woorden: „Je kunt het zoeken vergelijken met het oplossen van een spannende puzzel. Tureluurs en grutto’s zijn goede verstoppers. Tureluurs zitten graag in een holletje, zoals een pootafdruk van een koe. Soms sta je ernaast en zie je ze niet! Een grutto trekt gras over zich heen. Als je deze dan tóch weet op te sporen, dan geeft dat veel voldoening!”
Tekst: Eline de Bot
Beeld: Harry Huisman