Gelderland wijst intrekkingsverzoeken voor vergunningen van veehouders nabij de Veluwe af
De intrekkingsverzoeken komen van een natuurorganisatie en omwonende en zijn gericht op een veehouderij uit Putten en een bedrijf uit Bennekom. Gelderland is van mening dat het voldoende stikstofmaatregelen neemt om verslechtering van de natuur te voorkomen.
Daarbij geeft het Gelderse college de voorkeur aan vrijwillige maatregelen die bedrijven nemen, zoals investeringen in technische maatregelen, extensiveren of beëindiging via een subsidieregeling zoals de landelijke beëindigingsregelingen veehouderijlocaties Lbv en Lbv-plus. ‘Het intrekken van een individuele vergunning is niet direct te relateren aan een concrete verbetering van de natuur en heeft bovendien grote sociale, bedrijfseconomische en maatschappelijke gevolgen’, schrijft Gelderland.
Provinciaal beleid
Onder andere vanuit de Uitvoeringsagenda Gelderse Maatregelen Stikstof streeft het college een reductie van de emissies van de Gelderse stikstofbronnen na. De wet geeft een resultaatsverplichting van in 2030 tenminste 50 procent en in 2035 ten minste 74 procent van stikstofgevoelige habitats in Natura 2000-gebieden onder de kritische depositiewaarden.
Inmiddels worden door het college in het kader van subsidieregelingen zoals de Lbv en Lbv-plus verschillende vergunningen ingetrokken op verzoek van de vergunninghouder. Het intrekken van vergunningen op verzoek van derden is een laatste middel waarvoor Gedeputeerde Staten tegen die achtergrond geen aanleiding zien.