Column: Maakt kundige Femke een Staghouwertje?
Geduld. Die sticker plakte Femke Wiersma afgelopen woensdag op het eerste grote landbouwdebat van het nieuwe kabinet in de Tweede Kamer. Voor veel politici van zowel de oppositie als de coalitie was die houding lastig en voer voor het stellen van kritische vragen. Dat moet ook. Caroline van der Plas probeerde ‘haar’ Femke nog wat te beschermen, maar dat is niet nodig. In tegenstelling tot haar voorgangers Van der Wal, Adema en Staghouwer is luisteren naar Femke een verademing. Ze is materiedeskundig. Dat hoorden we op de redactie ook al van haar woordvoerders. Daarom hoefde ze niet ingewerkt te worden op de inhoud.
Staghouwertje
En als het om de te volgen procedures gaat, lukt dat tot nu toe ook. Daardoor kon ze helaas nog weinig loslaten over haar vernieuwende landbouwbeleid, want haar voorstellen maken onderdeel uit van het regeerprogramma en dat wordt momenteel in het kabinet besproken. Wanneer daar een akkoord op wordt gegeven, naar verwachting aankomende week, dan komen haar plannen naar buiten. De vraag is dan natuurlijk of het alleen maar veel woorden zijn, in het debat had ze het over 15 pagina’s, of daadwerkelijk serieuze voorstellen die problemen oplossen. Staghouwer stelde ook iedere keer oplossingen in het vooruitzicht, maar die brieven kwamen laat en op 49 pagina's stonden vervolgens geen voorstellen die problemen oplosten. Ik denk dat Femke het anders aanpakt, maar dat weten we pas zeker als we de inhoud kennen.
Herstel vertrouwen
Toch leverde het debat enkele interessante inzichten op. Femke bleef moeiteloos overeind. Bij staatssecretaris Jean Rummenie oogde het wat moeizamer. Hij heeft nog geen politieke ervaring, maar bleef wel erg stoïcijns. Ook zijn antwoorden waren kort. Dat was niet onprettig en in ieder geval veel aangenamer dan de retoriek uit het vorige kabinet dat de natuur op omvallen staat. Rummenie moet nog groeien in zijn rol.
Hoe politici communiceren is belangrijk, maar het gaat uiteindelijk om het beleid en de maatregelen die ze nemen en of ze daar steun voor weten te krijgen in de Tweede Kamer. Het was zoeken, maar Femke gaf heel af en toe een klein inkijkje in haar beleidsvoornemens. Het afschaffen van het NPLG, dat via bronnen in Den Haag de krantenkoppen haalde, noemde Femke geen hogere wiskunde. Omdat de provincies hier 58 miljard euro voor nodig denken te hebben, het vorige kabinet maar 25 miljard beschikbaar wilde stellen en dit kabinet het terugbracht naar 5 miljard, mede op advies van de Algemene Rekenkamer, kan het NPLG niet overeind blijven. Ze benadrukte dat de doelen overeind blijven en dat betekent volgens Femke dat er scherpe keuzes van haar worden gevraagd. In plaats van een nieuwe saneringsregeling aan te kondigen of een generieke reductie kwam zij met ‘herstel van vertrouwen’ en ‘de sector verdient een steuntje in de rug’. Zij denkt met een charmeoffensief, zo vertaal ik het maar, de landbouwsector achter haar te krijgen, zodat er stappen worden gezet om die doelen te halen.
VBBM
Eerlijk is eerlijk, je kunt het ook als vaag betitelen, maar als je nog weinig over de inhoud kan zeggen biedt dit wel enigszins hoop voor boeren. Sommige Tweede Kamerleden dreef ze ermee tot wanhoop. Laura Bromet van GroenLinks wilde van Femke één pijnlijke maatregel horen richting boeren, als het ging om haar mestbeleid. Zo vertaalde de nieuwe minister haar vraag in ieder geval. Femke kwam met stal- en managementmaatregelen, en met effectief omgaan met nutriënten, zoals ze de leerde bij Vereniging tot Behoud van Boer en Milieu (VBBM). Ze zei het met een glimlach op haar gezicht, omdat ze weet dat daar resultaten kunnen worden geboekt. Het gezicht van Bromet zag er anders uit. Het was niet wat ze wilde horen.
Kans laten liggen
Femke gaf ook een paar keer aan dat ze stapeling van instrumenten wil voorkomen en richting doelsturing wil. En zij gelooft wel in innovatie, zoals sensoren in melkveestallen, die de uitstoot van ammoniak meten. Voor mijn gevoel liet ze ook nog een kans liggen, toen het ging over de rekenkundige ondergrens in het stikstofbeleid om PAS-melders te helpen. Vorige week leverden TNO en de Universiteit van Amsterdam, ook tot teleurstelling van Femke, geen onderbouwing op voor zo’n rekenkundige ondergrens. Ze vroegen om extra onderzoek. Femke wil daar gehoor aan geven, maar Harm Holman van NSC stelde de minister voor om daarnaast alvast de Raad van State rechtstreeks om advies te vragen.
Rekenkundige ondergrens
Misschien luistert Femke nog teveel naar haar ambtenaren en moet ze nog ontdekken hoeveel ruimte ze zelf heeft, maar zo’n tweede spoor openen kan ook tot resultaat leiden. Er ligt namelijk een TNO rapport, nota bene aangevraagd op advies van haar eigen ministerie, waaruit blijkt dat er een rekenkundige ondergrens is die ligt tussen de 1 en 10 mol. Tot op heden heeft nog geen enkele provincie het aangedurfd om dit in te brengen in een rechtszaak, waardoor er ook nog geen jurisprudentie over bestaat. Ze kan dit zo naar de Raad van State sturen met een goede duidelijke brief. Die brief kan dan het beste worden geschreven door iemand die vanuit een ander denkraam naar de materie kijkt, dus wellicht niet door haar eigen ambtenaren. Dan ligt die vraag deze maand nog bij de Raad van State en zou er veel sneller een oplossing kunnen zijn.
Gewoon doen Femke, zou ik zeggen.