Schennink uit Zelhem heeft zomerstalvoeren in de vingers

Met de opraap-doseerwagen rijdt Ruud Schennink de vers gemaaide gras-klaver over het kuilgras en de mais dat al op de voergang ligt. De koeien laten zich het frisse en verse gras goed smaken.
Het is niet verwonderlijk dat de melkveehouders het aandeel gras-klaver komend jaar willen verhogen van 10 ha naar zo’n 25 hectare. Ruud (22) vertelt enthousiast hoe goed het voeren van gras-klaver bevalt. ‘De voeropname is zeer goed en de stijging in melkproductie is direct zichtbaar als we een overgaan naar een perceel grasklaver. Dit jaar zagen we al snel een productiestijging van 2 liter nadat we met de klaverpercelen begonnen te voeren. Ook het percentage eiwit in de melk stijgt.’
Bijkomend voordeel van grasklaver vindt hij dat bespaard kan worden op de kunstmest- en krachtvoergift. ‘Op de gras-klaver-percelen passen we alleen in het voorjaar kunstmest toe. Pluspunt is ook dat bij droogte de gras-klaver-percelen langer groen blijven.’

Tijdsbelasting

Over de voordelen van zomerstalvoeren bestaat geen enkele twijfel bij de Schenninks. Op het bedrijf, dat bestaat uit 175 melkkoeien en 90 stuks jongvee, is zomerstalvoeren en daarmee het zoveel mogelijk benutten van eigen eiwit niets nieuws: al ruim twintig jaar is hun bedrijfsvoering op die manier ingericht.
De tijdsbelasting is zo’n anderhalf uur per dag, maar, zo zeggen ze, weiden kost ook tijd én qua arbeid komen kunnen ze het goed rond zetten.
Ruud: ‘Je moet het zomerstalvoeren, net als weiden, wel in de vingers hebben. Onze insteek is: je moet doen waar je schik in hebt. Als het niet bij je past, begin er dan niet aan. Wij zien veel pluspunten in zomerstalvoeren en het past bij ons en bij ons bedrijf. Van het land haal je een mooi en schoon product, de koeien nemen vers gras beter op en je hebt geen in- en uitkuilverliezen. Onze ervaringen zijn gewoon goed, een betere benutting van je eigen ruwvoer zorgt financieel voor een beter resultaat.’
Meer benutting van eigen ruwvoer zorgt bovendien voor minder emissies. De melkveehouders hebben goede ervaringen met het verdunnen van drijfmest met water. ‘Het is heel simpel: als je je eigen eiwit beter weet te benutten, hoef je er minder van aan te kopen’, aldus Ruud.

Graslandboeren

De huiskavel van het Zelhemse melkveebedrijf is 55 ha groot. In totaal is 93 hectare in gebruik: 78 ha gras en 15 ha mais. In Keijenborg hebben ze een veldkavel van 9 hectare waar ze bij natte perioden altijd terecht kunnen om vers gras te maaien. De leemhoudende zandgrond om het bedrijf is niet altijd goed bestemd tegen veel regenval. Rudie: ‘Het is prettig dat we die veldkavel hebben, zodat we altijd door kunnen met zomerstalvoeren.’
Door de jarenlange ervaring hebben ze het zomerstalvoeren goed in de vingers. Groeitrappen creëren voor een hoogwaardige kwaliteit van het gras, iedere vier weken maaien, als het moet beregenen, snel na het maaien bemesten en alert op onkruiden: de melkveehouders zijn echte graslandboeren en in alle werkzaamheden even gedreven en secuur.
Alle graslandpercelen kunnen beregend worden en ook het bemesten doen ze zelf. Rudie: ‘Op het land verdien je het geld, dáár moet het gebeuren. We hebben dat het liefst in eigen hand zodat we kunnen maaien, bemesten en beregenen als het moet. En omdat we de arbeid in eigen huis hebben, lukt het ons om samen die puntjes op de i te zetten.’

Walstechniek

De melkproductie bedraagt 9.741 liter per koe met 4,30 procent vet en 3,61 procent eiwit. Op dit moment krijgen de koeien zo’n 2 kg ds kuilgras, 5 kg ds mais en 8 kg ds vers gras. De krachtvoerkosten zijn laag met 7,52 cent per kg. Het voersaldo bedraagt zo’n 42 cent per kg.
De productiebrok wordt geleverd door Coops Mengvoeders, geproduceerd met de unieke walstechniek. Door deze techniek blijft de structuur van de grondstoffen intact en verkleint de kans op pensverzuring. Op de top voeren ze 9 kg krachtvoer bij. ‘Als het verse gras snel en pittig is, is met de gewalste krachtvoeders goed bij te sturen voor een optimale penswerking’, aldus Rudie. ‘Door de walstechniek van Coops blijft de productiebrok rustig qua verteringssnelheid zodat de benutting van het rantsoen nog beter is.’

Voerwinst en BEX-voordelen

Door een goede combinatie te maken van het ruwvoer en de aanvullende krachtvoeders wordt het rantsoen goed benut. Bert Dubbink van Coops Mengvoeders rekent samen met de familie Schennink nauwkeurig aan het rantsoen, waarbij de inzet van gewalste grondstoffen een waardevolle bijdrage heeft. ‘Van alles genoeg en van niets teveel’ zorgt voor een hoge voerefficiëntie en voerwinst. Deze goede benutting van het rantsoen is niet alleen in de portemonnee te merken door een hoge voerwinst, maar ook door een hoge BEX-winst en daardoor lagere mestafvoerverplichting. Het samenspel van goed ruwvoermanegent en bijpassend mengvoer zorgt voor dit succes.