Wiersma: extra maatregelen om voldoende nitraat uit grondwater te halen
Wiersma meldt de Kamer dat sinds 2017 in de 34 meest kwetsbare grondwaterbeschermingsgebieden wordt gewerkt aan het reduceren van de nitraatuitspoeling uit agrarische bronnen, door aanpassingen in de agrarische bedrijfsvoering. ‘In een deel van de 34 meest kwetsbare grondwaterbeschermingsgebieden heeft de reductie van de nitraatuitspoeling uit agrarische bronnen geleid tot het halen van het doelbereik van 50 milligram nitraat per liter in het bovenste grondwater.’ In een aantal is dit dus niet gelukt.
Vier typen maatregelen
De minister meldt dat Wageningen Environmental Research (WEnR) aanvullende maatregelen heeft doorgerekend om, in gebieden waar dit nog niet het geval is, tot doelbereik te komen. Het gaat om vier typen maatregelen: verlaging van gebruiksnormen, aanpassing van de teelt van gewassen, aanvullende managementmaatregelen en de inzet van biologische bedrijfssystemen.
Helft voldoet
‘Uit de studie van WEnR blijkt dat in 2030 door de inzet van de maatregel met het grootste doorgerekende effect in ongeveer de helft van het aantal grondwaterbeschermingsgebieden aan het doel van maximaal 50 milligram per liter nitraat kan worden voldaan’, zo schrijft Wiersma verder. ‘Bij andere gebieden is een combinatie van maatregelen nodig om aan het doel te voldoen.’
Jaar verlengd
De BO Nitraat had een looptijd tot en met 2021, in 2022 is de overeenkomst met een jaar verlengd, vervolgt Wiersma. ‘Vervolgens is ook in het jaar 2023 deze aanpak verlengd, omdat de opgave van gebied tot gebied verschilt, waardoor een gebiedsgerichte aanpak binnen het NPLG in de rede lag’, aldus Wiersma. ‘Vanwege het uitstel van het NPLG was een overbrugging nodig. Hiervoor hebben de vijf betrokken provincies een bijdrage van 3,6 miljoen euro van het Rijk ontvangen.’
Niet volledig besteed
De provincies hebben deze bijdrage in 2023 door omstandigheden niet volledig kunnen besteden, constateert de minister. ‘Er is nu een eenmalige aanvullende bijdrage van bijna 700.000 euro tot uiterlijk eind 2025 door de ministeries van LVVN en IenW toegezegd, zodat de betrokken vijf provincies hun monitorings- en adviseringsaanpak kunnen voortzetten, waarna de aanpak in de toekomst nader gebiedsspecifiek kan worden ingevuld.’
Tekst: Erik Kruisselbrink
Is als freelance vakbladredacteur van vele markten thuis.
Beeld: Ellen Meinen Agrio Archief