LTO Noord: Defensie lijkt voorkeur voor landbouwgrond te hebben
Volgens voorzitter Dirk Bruins van LTO Noord is onduidelijk welke afwegingen het ministerie van Defensie heeft gemaakt bij de keuzes voor extra ruimte voor defensieactiviteiten. „Het aantal locaties wordt vernauwd”, stelt Bruins. „Wat ik zie is dat de balans van de voorkeurslocaties doorslaat naar agrarische gronden.”
Blijvende onzekerheid
Het besluit betekent volgens LTO Noord dat op twintig locaties in Nederland boerengezinnen in onzekerheid blijven zitten. Dat waren er 53. De meeste van die locaties liggen in het gebied van de leden van LTO Noord. Bruins daarover: „Al vanaf 2022 is er onzekerheid. Dat heeft grote gevolgen voor de bedrijfsvoering en het welzijn van de betrokken gezinnen.”
Ook opluchting
LTO Noord benadrukt dat het terugbrengen van het aantal zoeklocaties ook een opluchting betekent voor agrarische ondernemers die nu wél zekerheid hebben, omdat hun directe omgeving afvalt. „Maar onze zorg gaat nu uit naar leden die verder in de problemen worden gedrukt”, zegt Dirk Bruins.
Keuze in het voorjaar
De definitieve locatiekeuzes wordt dit voorjaar verwacht. LTO Noord zegt het belang van uitbreiding van de activiteiten van Defensie in een onzekere wereld te begrijpen, maar wil duidelijkheid van Defensie hoe, en op welke gronden, afwegingen worden gemaakt. „Ik hoor dat staatsecretaris Tuinman aandacht heeft voor landbouw, maar zie dat nog niet terug in de keuzes. Woningbouw en natuur zijn leidend. Ik verwacht een eerlijke afweging waarin ook het belang en de waarde van landbouw wordt meegewogen.”
Bijstaan in procedures
LTO Noord zal haar leden in de betreffende gebieden bijstaan in de bestuurlijke procedures. Dirk Bruins: „Ik krijg signalen binnen van ondernemers die het water aan de lippen staat na twee jaar onzekerheid. En dat is boven op de andere zorgen die in de sector spelen.”
Tekst: Erik Kruisselbrink
Is als freelance vakbladredacteur van vele markten thuis.
Beeld: Ruth van Schriek Agrio Archief