Pittige opgaves melkveesector: ‘Dan kijkt het spook van generieke korting om de hoek’
Dit topartikel wordt u eenmalig gratis aangeboden door de redactie van Agrio
Volgens Erwin Wunnekink, voorzitter vakgroep LTO Melkveehouderij, is de noodzaak tot actie daarom ook enorm belangrijk. Uit de CBS-prognose blijkt dat de melkveehouderij in 2024 naar verwachting 77,3 miljoen kilo fosfaat produceert. Dat is 5,5 miljoen kilo boven het plafond van 71,8 miljoen kilo dat vanaf 2025 geldt. Ter vergelijking: voor de varkens- en pluimveesector zijn de overschrijdingen respectievelijk 2,9 miljoen en 1,6 miljoen kilo. Voor de melkveesector betekent dit een reductie van ongeveer 120.000 melkkoeien om binnen het plafond te blijven: een vermindering van 7,5 procent van de totale veestapel.
„We denderen aardig op een overschrijding af”, aldus Wunnekink. „Als we niet onder het plafond komen in 2025 of er onvoldoende plannen liggen om er vanaf 2026 onder te komen dan kijkt het spook van generieke korting nadrukkelijk om de hoek.” De urgentie is hoog en daarom hebben de 7 belangenorganisaties uit de melkveehouderij (LTO, NMV, NAJK, DDB, De Natuurweide, Netwerk Grondig en Agractie, ook wel G7 genoemd) gezamenlijk vier sporen benoemd hoe de mestproductie en ook de fosfaatuitstoot terug te dringen.
Ruimere bemestingsnormen buiten niet-verontreinigde gebieden (NV-gebieden)
De melkveesector kijkt naar mogelijkheden om buiten de nutriënten verontreinigde (NV) gebieden extra afzetruimte te kunnen creëren. Gezien de waterkwaliteit zou de minister ten minste daar een nieuwe derogatie voor moeten kunnen realiseren. Dit spoor biedt perspectief om meer dierlijke mest lokaal te plaatsen zonder milieuschade. Het proces verloopt echter traag en is sterk afhankelijk van Brussel. Een eventuele aanpassing van de regels kan op zijn vroegst vanaf 2026 effectief worden, als onderdeel van het nieuwe actieprogramma.
Correctie voor gasvormige verliezen
De sector wil gasvormige stikstofverliezen, zoals ammoniak, beter in kaart brengen via een correctiefactor in de mestboekhouding. Hierdoor kan de mestproductie administratief lager uitvallen, wat boeren lucht kan geven in de mestverwerking. Momenteel geldt deze correctie alleen voor forfaitaire bedrijven. Er wordt door de organisaties op ingezet om dit ook voor BEX-bedrijven (bedrijven met een Bedrijfsspecifieke Excretie) ingevuld te krijgen, maar dit vraagt om extra onderzoek en goedkeuring door het ministerie.
Verlaging van het ruweiwitgehalte in veevoer
Het terugdringen van het ruweiwitgehalte in het veevoerrantsoen naar maximaal 160 gram per kilogram droge stof in 2025 is een van de speerpunten. Daarnaast is afgesproken om het fosforgehalte in mengvoer maximaal 4,3 gram te laten zijn. Dit helpt in het verlagen van zowel de stikstof- als fosfaatproductie. De sector onderzoekt met voerleveranciers en zuivelcoöperaties hoe deze maatregel succesvol kan worden. Een lagere ruw eiwitinname leidt volgens onderzoek tot een significante daling van stikstof- en fosfaatuitscheiding, maar om dit te bereiken moet een zo groot mogelijke groep meedoen. De prikkel voor een individuele melkveehouder moet dan ook groot genoeg zijn.
Vrijwillige veereductie
De G7 pleit voor een regeling waarmee melkveehouders vrijwillig een deel van hun veestapel kunnen afbouwen tegen een vergoeding. Dit spoor is gericht op het direct verminderen van de mestproductie, en zeker de fosfaatuitstoot. De regeling moet snel worden ingevoerd om al in 2025 effect te hebben. De sector geeft aan dat de vergoeding aantrekkelijk genoeg moet zijn om deelname te stimuleren, en dat boeren die meedoen worden beschermd tegen generieke kortingen.
Hypothetische vraag aan boeren: halve cent afstaan?
Wunnekink geeft aan dat er hard wordt gewerkt aan oplossingen. Uit de politieke debatten blijkt wel dat naast een overheidsbijdrage ook een mogelijke bijdrage verwacht wordt van de sector. Hij is dan ook benieuwd hoe boeren over bepaalde zaken denken. „Stel dat elke melkveehouder een halve cent per liter melk zou bijdragen ten behoeve van het opkoopprogramma, drie jaar lang. Met dat geld kunnen we koeien uit de markt halen, de mestproductie verlagen en generieke kortingen voorkomen. Zou je dat steunen?”
„Melkveehouders moeten inderdaad natuurlijk wel de zekerheid krijgen dat ze sowieso zijn uitgesloten van een eventuele generieke korting als de doelstellingen niet worden gehaald. Dat zou anders niet eerlijk zijn.”
Ben jij bereid om drie jaar lang een halve cent per liter melk bij te dragen aan het tijdelijke opkoopprogramma? Stem op onze poll hieronder en laat in een reactie van je horen!
Tekst: Robert Hüsken
Robert Hüsken is freelance tekstschrijver en podcastmaker voor diverse bedrijven, media en andere organisaties.
Beeld: Ellen Meinen