Nieuwe kwartiermakers Bioregio Overijssel: op zoek naar de energie

De Bioregio is een initiatief waarbij in een bepaald geografisch gebied - zoals Overijssel - lokale overheden, biologische boeren, scholen, zorginstellingen, horeca en andere partijen samenwerken om de afzet van biologische producten te vergroten. Dit gebeurt nadrukkelijk in samenwerking met het bedrijfsleven en duurzame voedselinitiatieven. De Lange: „Het is een aanpak waarin de regio zelf centraal staat. Wij helpen partijen met het leggen van verbindingen en zorgen dat zij samen meer bereiken.”
De Lange: „Een kwartiermaker is iemand die in het veld werkt, die partijen bij elkaar brengt en kijkt waar de energie zit. Onze taak is om de biologische sector in Overijssel te versterken door nieuwe ketensamenwerkingen op te zetten en bestaande netwerken te ondersteunen. Daarbij ligt de uitvoeringskracht bij de partijen zelf; wij faciliteren en verbinden.”
Koldewey: „Het begint met verkennen en luisteren. We willen een breed beeld krijgen van waar de kansen en aangrijpingspunten voor biologisch liggen in Overijssel. Dat betekent niet alleen praten met boeren, maar juist ook met maatschappelijke organisaties, overheden, natuurorganisaties, horeca en bedrijven in de voedselverwerking. Waar zit de energie? Wat zijn raakvlakken? Dat is de eerste fase. Daarna gaan we met concrete plannen aan de slag.”
Maatschappelijke uitdagingen
Voor de kwartiermakers is biologisch niet zomaar een keuze, maar een stap richting een toekomstbestendig platteland. Koldewey: „Biologisch is geen doel op zich. Het is een middel om duurzame voedselketens mogelijk te maken en het platteland vitaal te houden. Boeren spelen daarin een cruciale rol, maar het moet ook economisch haalbaar zijn voor hun. Uiteindelijk gaat het om gezond voedsel, schoon water, biodiversiteit en een gezonde leefomgeving. Als we de keten versterken, kunnen we boeren helpen een goed verdienmodel te creëren.”
De Lange sluit zich daarbij aan: „Biologisch biedt oplossingen voor veel maatschappelijke uitdagingen. Denk aan onderwijsprojecten waarin kinderen leren over voedsel, of aan horeca die bewust biologische producten wil gebruiken. Maar het gaat niet vanzelf, we moeten partijen met elkaar verbinden en de kracht van samenwerking benutten.”
Duurzame samenwerkingen
Volgens beiden is de kracht van de Bioregio dat er breed wordt gekeken. Koldewey: „We beginnen juist niet bij de boeren. We starten met gesprekken in de regio’s, zoals bij de Twente Board. Dat zijn samenwerkingsverbanden van bedrijfsleven, overheden, onderwijs en maatschappelijke organisaties. Zij weten wat er speelt in hun regio. Vanuit die energie kunnen we boeren en andere partijen betrekken.”
De Lange: „In Overijssel zijn er al initiatieven die extra versterking kunnen gebruiken. Onze taak is om te zorgen dat de samenwerkingen duurzaam zijn, ook als onze rol ophoudt. Het is belangrijk dat wij onafhankelijk blijven en geen directe rol hebben in de uitvoering. Dat wordt gewaardeerd door boeren en ondernemers, omdat we geen eigen belang hebben.”
Wat maakt een goede kwartiermaker?
De kwartiermakers vullen elkaar goed aan. De Lange: „Ik ben opgegroeid in Overijssel, daardoor begrijp ik de taal en cultuur in de regio goed. Daarnaast ben ik ook werkzaam voor Warmonderhof en en heb een groot netwerk in de biologische sector.”
Koldewey: „Ik heb jarenlang voor LTO en de provincie Overijssel gewerkt, en ook lang aan innovatie in het food MKB. Ik ken daarom de bedrijven en netwerken, zowel aan de bestuurlijke als aan de voedselkant. Wat ons allebei typeert, is dat we creatief zijn en vrij kunnen denken. We zien mogelijkheden en kijken naar alternatieve routes om doelen te bereiken. Bovendien zijn we verbindend en onafhankelijk, en dat zijn cruciale eigenschappen in dit werk.”
Laagste provincies
Overijssel staat voor grote uitdagingen op het gebied van biologische landbouw. Koldewey: „Het aandeel biologisch landbouwareaal is hier slechts 4,1 procent. Daarmee behoren we tot de provincies met het laagste aandeel. Dit biedt ruimte voor groei. De provincie zet hier ook op in met een subsidieregeling voor omschakeling. Tegelijkertijd is het in de praktijk soms economisch nog lastig voor bijvoorbeeld biologische melkveehouders. Er zijn boeren die al zijn omgeschakeld, maar het financieel niet redden en overwegen terug te schakelen. Dat is zorgelijk en maakt een breed gedragen aanpak juist nodig.”
De Lange: „Een ander probleem is dat de boodschap van biologisch nog niet overal goed landt. Veel mensen kennen biologisch niet of hebben er een verkeerd beeld bij. We willen het verhaal beter vertellen, laten zien dat biologisch kan bijdragen aan een gezonde toekomst. Vooral bij scholen en lokale overheden is nog veel winst te behalen.”
Breed gedragen oplossing
De komende tijd staat in het teken van verkennen en leren. Erik: „We gaan naar de Biofach, een grote beurs waar we kunnen leren van andere regio’s en landen. In veel Europese landen spelen overheden een grote rol in het stimuleren van biologisch. Wat kunnen wij daarvan leren?” Ellen: „Het zou geweldig zijn als we dit jaar convenanten kunnen tekenen waarin partijen zich committeren aan meer biologisch in Overijssel. Biologisch als breed gedragen oplossing, dat zou ons einddoel moeten zijn.”
De kwartiermakers zijn optimistisch over de kansen voor biologisch in Overijssel. „De tijd is rijp”, zegt De Lange. „Er is veel beweging. Mensen zijn bewuster bezig met voedsel en lokale ketens. Onze taak is om die beweging te versterken en duurzame samenwerkingen te realiseren.”
Koldewey vult aan: „Uiteindelijk draait het om vertrouwen en moed. Boeren moeten erop kunnen vertrouwen dat de keuze voor biologisch een duurzame toekomst biedt. Als wij daar een bijdrage aan kunnen leveren, hebben we ons werk goed gedaan.” De Lange: „Eens!”
Tekst: Lotte Opdam
Beeld: eigen foto's