Gelderland moet nieuw besluit nemen op handhavingsverzoek zeven PAS-melders

Gelderland weigerde om handhavend op te treden de PAS-melders, omdat handhavend optreden volgens de provincie onevenredig is. Er is namelijk een legalisatietraject voor deze groep in gang gezet.
Raad van State
De Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State deed op 28 februari 2024 uitspraken in vergelijkbare zaken, waarin staat dat slechts onder bepaalde voorwaarden van handhaving kan worden afgezien én slechts tot medio 2025. De motivering in het weigeringsbesluit van Gelderland voldoet volgens de hoogste rechter niet aan deze uitspraken, omdat onvoldoende is gemotiveerd dat er een redelijk evenwicht is tussen de belangen van de PAS-melders en het natuurbelang. Het beroep van MOB is daarom gegrond.
Ecologisch onderzoek
De provincie stelde vóór de behandeling op de zitting een nieuwe motivering op met onder meer een ecologisch onderzoek. Rechtbank Gelderland heeft beoordeeld of zij met de nieuwe motivering de zaak finaal kan beslechten door de rechtsgevolgen in stand te laten. In dat geval hoeft de zaak niet meer terug te gaan naar de provincie om een nieuw besluit te nemen en hebben partijen zekerheid over de uitkomst van deze procedure.
Emotionele gevolgen
De rechtbank meldt bij haar overwegingen te hebben betrokken dat tijdens de zittingen duidelijk is geworden wat de emotionele gevolgen zijn van de onzekerheid waarin de PAS-melders en hun gezinnen nu al vijf jaar verkeren. Zij willen dat deze handhavingsprocedure en de onzekerheid over legalisatie eindelijk tot een einde komt. De rechtbank zegt echter ook de wens vanuit de natuurorganisaties te begrijpen die willen dat de stikstofdepositie op kwetsbare Natura 2000-gebieden wordt verminderd en dat de minister en de provincie ruim vijf jaar na de PAS-uitspraak maatregelen nemen om de stikstofdepositie te verminderen.
Start legalisatie niet aannemelijk
Volgens de rechtbank is het - kijkend naar de onduidelijkheid over de voortgang van het legalisatietraject en de mededelingen vanuit de minister - niet aannemelijk dat medio 2025 het legalisatietraject zal zijn gestart. Als de rechtbank de rechtsgevolgen in stand zou laten dan is deze procedure weliswaar beëindigd, maar dan begint na 1 juli 2025 het handhavingstraject weer opnieuw met een nieuw handhavingsverzoek. Deze uitkomst is niet alleen nadelig voor MOB, omdat de procedure dan weer van voor af aan begint, maar ook voor de veehouderij omdat zij hun voorrangspositie in het legaliseringstraject verliezen.
Nieuw besluit zeven gevallen
De rechtbank ziet daarom in zeven zaken af van finale geschilbeslechting en draagt de provincie op om uiterlijk op 1 juli 2025 een nieuw besluit te nemen. Op die datum zou er meer duidelijk moeten zijn over het legalisatieprogramma. In één zaak komt de handhavingsprocedure wel tot een einde, omdat volgens de rechtbank een aanvang is gemaakt met een nieuwe natuurvergunning.

Tekst: Erik Kruisselbrink
Is als freelance vakbladredacteur van vele markten thuis.
Beeld: Agrio archief