Wim Brouwer (LTO Gelderse Vallei) kritisch op zoneringsplan Gelderland: 'Boeren blijven in onzekerheid zitten'

Dit topartikel wordt u gratis aangeboden door de redactie van Vee & Gewas. Lees hier meer over de verschillende abonnementen.
Zo'n 160 tot 170 bedrijven die op de Veluwe of rond het natuurgebied boeren, worden mogelijk geraakt en komen dus in zo'n zone te liggen, legt Brouwer uit. Deze bedrijven moeten zestig tot zeventig procent stikstof reduceren. „Deze boeren zitten al sinds 2019 in onzekerheid en blijven dat. Het voorstel had daarom wat mij betreft ook later gepresenteerd kunnen worden. Het is goed dat de hulplijn Taboer er is, want deze wordt steeds meer nodig.”
Twijfels over juridische onderbouwing
Brouwer, die zelf ook een kalverhouderij heeft in Barneveld, vraagt zich af of de juridische onderbouwing wel goed genoeg is. Gelderland verwijst naar een rapport van het RIVM en de Universiteit van Amsterdam waarin wordt gesteld dat stikstofneerslag tot 500 meter toe is te kennen aan een bepaalde bron.
De provincie denkt dan buiten de zonering de vergunningverlening weer op gang te kunnen helpen en PAS-melders te kunnen legaliseren. „Mijn grootste bezwaar is dat er gewerkt blijft worden met berekende depositie via Aerius en met natuurdoelanalyses die incompleet zijn, in plaats van dat er daadwerkelijk wordt gekeken hoe het met de natuur gaat. Of PAS-melders buiten de zonering hiermee geholpen worden, durf ik niet te zeggen. MOB zal de messen vast en zeker slijpen. Dat is dus afwachten.”
Hij is ook kritisch op de effectiviteit van de zonering. Brouwer: „Straks dan hebben we weer allerlei geld uitgegeven om boeren uit te kopen, te verplaatsen etc. en dan blijkt dat allemaal niet nodig te zijn voor de natuur. We gooien zo bakken met geld weg. Dat gebeurt nu ook al met de Lbv en Lbv+.”
Reductie op welk niveau?
Het plan van Gelderland is dat er een reductie van 60 tot 70 procent rond de Veluwe gerealiseerd moet worden. Het is niet duidelijk of dit op gebiedsniveau of bedrijfsniveau moet gebeuren. Hier kijkt de provincie nog naar. Brouwer reageert: „Het maakt wel een gigantisch verschil, want als dat op gebiedsniveau moet gebeuren, dan is de opgave per bedrijf een stuk kleiner en wel te doen denk ik.”
Ook is nog niet duidelijk of overal een zone van 500 meter geldt. Dit zou ook 100 of 200 meter bij wijze van spreken kunnen zijn, afhankelijk van de stikstofgevoelige habitat.
Zorgen over melkveehouderij
Varkens- en pluimveehouders hebben vaak al een luchtwasser dus die kunnen dan ook al een flinke stikstofreductie bewerkstelligen. Die komen dan ook niet in de problemen. Brouwer maakt zich wel zorgen over de melkveehouderij met grond in en nabij de Veluwe.
Gelderland heeft daar nog niks concreets over opgeschreven in het voorstel. „Ik ben fel tegenstander van afwaarderen van grond of beperkingen in bemesting”, zegt Brouwer. Als melkveehouders straks minder mest op het land mogen brengen, verarmt de grond en heb je geen goede gewaskwaliteit meer. Dat raakt de bedrijven enorm en brengt voedselzekerheid in gevaar. Je ziet nu al dat de voedselprijzen stijgen. Dat wordt alleen maar meer, als we de boeren ons land uitjagen.”
Oog houden voor innovatie
Brouwer is op het eerste oog wel positief dat er in de Statenbrief oog is voor innovatie en boeren die al bezig zijn met stikstofreductie. Dat past voglens hem ook wel bij de Foodvalley; een innovatieve regio. Hij hoopt dat bij de nadere uitwerking daar ook oog voor is. „Stel dat een boer in zo’n zone zich wil verplaatsen, wat een gigantische impact heeft, dan moet hij dat ook naar een locatie in de buurt kunnen den. De provincie en gemeenten in de Foodvalley zouden dan grond beschikbaar moeten houden. De veehouder zou dan met de best beschikbare technieken ook in de regio zijn bedrijf voort moeten kunnen zetten. Maar, ik vind dat de provincie wel makkelijk praat over stoppen of verplaatsing. Ik ben meer voorstander van innovatie.”
Gesprek met gedeputeerde
Gelderland presenteerde woensdagochtend het plan. Diezelfde avond zat Brouwer al met een delegatie van LTO Noord aan tafel met landbouwgedeputeerde Harold Zoet (BBB). „Dat was een open gesprek. Ze snappen onze situatie, maar de provincie staat ook een beetje met de rug tegen de muur gebonden door rechtelijke uitspraken. Ze kunnen ook niet anders. Ik ben er wel van overtuigd dat de BBB echt van goede wil is en dat ze zowel provinciaal als landelijk proberen het stikstofbeleid om te buigen. Het is alleen een gigantische kar die je om moet trekken. Dat is niet eenvoudig. We blijven in gesprek met de provincie.”