Column: De belangrijkste boeren van Nederland!

De beschikbaarheid van voldoende en kwalitatief bruikbaar grondwater is een basisvoorwaarde voor het drinkwaterbedrijf, maar ook voor de boeren en de natuur. Mijn tweede stage was bij de toenmalige Dienst Landbouw Voorlichting. Voor een Larenstein-student niet heel gebruikelijk, maar ik wilde toen al de verbinding leggen tussen boer en natuur. Ik heb er altijd in geloofd dat we komen tot oplossingen waar draagvlak voor is als we alle belangen in een gebied bij elkaar weten te brengen en écht samenwerken. Dat was in de tijd dat we nog trots waren op het Nederlandse poldermodel en met convenanten zochten naar gedragen oplossingen.
Toen ik vorige week door drinkwaterbedrijf Vitens gevraagd werd om op hun kennissessie ‘Van bodem tot bron’ een presentatie te geven over de kansen die het agrarisch natuurbeheer biedt om samen te werken aan duurzaam grondgebruik was de cirkel dan ook rond. En ik werd eigenlijk wel blij van de ambitie die Vitens uitsprak om niet meer in beperkingen en in beton gegoten voorwaarden te denken, maar de boeren in het grondwaterbeschermingsgebied een langetermijnperspectief te bieden waarbij ze actief worden ondersteund in hun bedrijfsvoering. En in die ambitie gaat Vitens best wel ver! Het ontlokte de directie van Vitens zelfs de uitspraak dat voor hun en de zes miljoen Vitens-klanten de boeren in hun grondwaterbeschermingsgebieden de belangrijkste boeren van Nederland zijn. En nu dan ook boter bij de vis, dacht ik meteen.
Dan lukt het opeens wel om positief te werken aan waterkwaliteit en biodiversiteit
Met een volle zaal met vertegenwoordigers uit alle beleidsvelden, praktijk en bestuur, werd het een heel interessante middag. De frivole leiding door dagvoorzitter Jan Arie Koorevaar hielp daar natuurlijk ook lekker bij. Suzanne Ruesink bracht de nodige humor in door te vertellen hoe zij door Vitens gedwongen werd om voor de gasten van een evenement rubbermatjes klaar te leggen voor onder de geparkeerde auto’s, waarna haar gasten hun auto netjes naast het matje parkeerden en de matten als voetenveeg benutten. De grootste winst van de middag was toch wel de fijne manier waarop het lukt om met tal van organisaties en partijen samen te zoeken en te werken aan het verbinden van belangen en te werken aan grondwatervriendelijke landbouw. Deze middag liet heel mooi zien dat we op een dood spoor zitten als we één vraagstuk (ik noem stikstof maar als een geheel toevallig voorbeeld) centraal stellen.
En dat speelt niet alleen bij Vitens. In elke bijeenkomst waar ik kom, blijkt dat als je met de voeten in het veld samen zoekt naar oplossingen je er ook prima uitkomt. Dan is die kloof tussen boer en ecoloog opeens overbrugbaar. Dan lukt het je opeens wel om op een positieve manier te werken aan zowel de waterkwaliteit, de biodiversiteit als een gezonde toekomst voor de boeren.
Op zulke momenten realiseer ik me weer eens hoe groot de kloof geworden is tussen Haagse kortetermijnoplossingen en het ouderwetse polderen in de praktijk. Voor Vitens waren die middag hun boeren de belangrijkste van Nederland. Het wordt tijd voor alle partijen en overheden om te beseffen dat we de landbouw heel hard nodig hebben om onze doelen te bereiken. We mogen dankbaar zijn voor al die boeren die daar hun bijdrage aan leveren. We ervaarden weer eens dat er veel mogelijk is met samenwerken en als we uitgaan van vertrouwen. Dat was misschien wel de grootste winst van die middag.
Hermen Vreugdenhil,
directeur Collectief Rivierenland
Tekst: Hermen Vreugdenhil
Beeld: Ellen Meinen