‘Schadebepaling per perceel maakt weersverzekering aantrekkelijker’
Minister Schouten rekent erop dat het aantal deelnemers aan de Brede Weersverzekering nog fors zal groeien. „Het aantal deelnemers is nog gering”, schreef ze begin augustus, “maar stijgt jaarlijks flink.” De realiteit is echter dat het aantal deelnemers elk jaar weliswaar groeit, maar dat die groei jaar na jaar afneemt. In 2015 kwamen er nog 380 deelnemers bij, dit jaar waren het nog maar 132 (zie grafiek). In dat tempo zal de groei over twee jaar tot stilstand zijn gekomen.
Toch is een goede Brede Weersverzekering belangrijk vindt Bossers. De gevolgen van klimaatverandering nemen toe, en de toenemende schaalgrootte van bedrijven leidt tot grotere mogelijke schadebedragen per bedrijf, zodanig dat bedrijven die zelf niet meer kunnen opbrengen.
Assurantiebelasting
Het probleem is dat de verzekering te weinig aantrekkelijk is, denkt de vakgroepvoorzitter. Dat komt onder andere omdat de overheid het product te weinig stimuleert. Boeren krijgen weliswaar een subsidie op de premie van 65 procent, maar dat is voor een groot deel een sigaar uit eigen doos, vindt de vakgroepvoorzitter. De helft van het geld is immers boerengeld - een groot deel van de subsidie komt uit GLB-gelden die toch voor de landbouwers bestemd waren. De overheid heeft dat geld van pijler 1, directe betalingen, overgeheveld naar pijler 2, plattelandsbeleid, om zo budget te hebben voor de premiesubsidie.
En dan heft de overheid nog een belasting over die subsidie. Deelnemers moeten 21 procent assurantiebetaling betalen over het volledige premiebedrag. Daarmee wordt de subsidie van 65 procent over de verzekeringspremie netto nog maar 44 procent.
Schadebepaling per perceel
Een ander punt waar Bossers mogelijkheden voor verbetering ziet is de manier van schade bepalen. Dat gebeurt nu per gewas, maar schadebepaling per perceel is interessanter. „Neem een bedrijf met tien percelen aardappelen”, geeft de voorzitter als voorbeeld, „en die percelen liggen elk op een paar kilometer afstand van elkaar.” In zo’n geval, vertelt hij, kan het goed zijn dat een plaatselijke storm of regenbui maar een of twee percelen raakt. „Dan is de schade hooguit 20 procent van het totale gewas. En dat heeft gevolgen voor de schade-uitkering.” Als de schade in plaats van per gewas per perceel wordt bekeken, wordt de verzekering een stuk aantrekkelijker voor akkerbouwers, denkt hij.
Postzegelen
Een soortgelijke systematiek ziet hij bij de schade binnen een perceel. Bij bijvoorbeeld een overstroming wordt niet het hele perceel gelijk geraakt. Voor een perceel aardappelen van 10 hectare kan het bijvoorbeeld zijn dat de gewassen in twee hectare helemaal niet geraakt zijn, dat van nog zes hectare de helft van de gewassen schade heeft ondervonden, en dat op de laatste twee hectare de gewassen compleet verwoest zijn. Dan is vijftig procent van de planten getroffen.
„Tot vorig jaar gaf Vereinigte Hagel de mogelijkheid om te ‘postzegelen’, om bij de schadebepaling enkel te kijken naar de getroffen hectares”, vertelt Bossers. „Je kijkt dan naar de twee hectare die volledig verwoest zijn, en neemt daar de helft bij van de zes hectare die half verwoest zijn, dat is samen vijf hectare. De schade wordt dan over vijf hectare bepaald, in plaats van over het hele perceel.” Maar dit jaar is gebleken dat het ministerie deze wijze van schade bepalen niet toe staat.
„Een Brede Weersverzekering is vooral van belang voor grote bedrijven”, stelt de ZLTO-man. „Maar de huidige manier van schade bepalen is juist nadeliger naarmate het bedrijf groter is.”
Lees ook het achtergrondartikel over de Brede Weersverzekering in de Veldpost, Stal&Akker, Agraaf en Vee&Gewasvan zaterdag 25 augustus