‘Pensvulling verse koeien in gevaar’
De voerfabrikant waarschuwt hiervoor omdat op veel bedrijven de pensvulling van de verse koeien matig is. „Genoeg voer in de koeien krijgen is momenteel een strijd, speciaal voor de koeien vlak na afkalven. Bij bedrijven die nog weiden is het heel moeilijk om met koud en nat gras voldoende pensvulling te houden gedurende de dag. Het ureumgetal is daarbij vaak hoog vanwege de overmaat aan eiwit die de koe allemaal moet verwerken. Al met al krijgen de koeien dan weinig energie en het kost de koeien ook nog energie”, stelt Izak van Engelen, productmanager bij ABZ.
‘Gevarendriehoek’
In een optimale situatie start een afgekalfde vaars met ongeveer 14 kilo drogestof, terwijl een oudere koe ongeveer 16 kilo drogestof op kan. Van Engelen: „Het doel is om de drogestofopname zo te stimuleren dat de pensvulling een score heeft van 3 (op een schaal van 1 tot 5, red.). Bij deze score loopt de huid over het dwarsuitsteeksel verticaal naar beneden. Wordt de drogestofopname niet gehaald, dan is dat te herkennen aan de zogenoemde ‘gevarendriehoek’ (zie afbeelding).”
Na 30 dagen ziet ABZ pensscore 4 als optimaal. „De huid loopt dan over de dwarsuitsteeksels direct naar buiten en er is geen pensgroeve meer te zien”, legt van Engelen uit. „Bij melkgevende koeien is naast de opname ook de passage van het voer erg belangrijk. In de pens vindt 80 procent van de vertering plaats. De geproduceerde fermentatieproducten moeten de pens op een bepaalde snelheid passeren om te voldoen aan de energievraag van de koe. Bij een pensvulling van 3 tot 4 zijn de opname en de passage van het rantsoen met elkaar in balans.”
Maatregelen
ABZ geeft ook enkele maatregelen om de drogestofopname te beïnvloeden. Zo is het advies om droge koeien een uitgebalanceerd rantsoen met voldoende structuur, de juiste eiwitaanvulling en veel energie te geven. „Veel energie is belangrijk voor de pensactiviteit. Wanneer er hooi wordt gevoerd, moet dit minimaal 80 gram suiker per kilo drogestof bevatten”, aldus van Engelen.
Bij weiden raadt de voercoöperatie aan om te stoppen met het voeren van de zomer- of najaarskuil. Wanneer de zomer- of najaarskuil wel wordt gevoerd, kunnen veehouders het beste stoppen met het weiden van verse koeien. „Bij het eiwitrijke najaarsgras is een suikerrijke voorjaarskuil ideaal.” Het huidige weidegras en ook de graskuilvoorraad van het afgelopen jaar bevat namelijk erg veel eiwit en relatief weinig suiker. „Bietenpulp en Palatinose (melasse zonder kali) zijn nodig om minimaal 50 gram suiker per kilo droge stof te bereiken”, stelt van Engelen. „Bietenpulp en Palatinose zijn erg smakelijk en stimuleren zo de voeropname door de droge en verse koe.”
Eiwit als energiebron en 3VA-score
Als de opname en passage van het rantsoen in balans zijn, zal de voeropname steeds verder stijgen richting de 28 tot 30 kilo droge stof, meldt ABZ. Een koe blijft vreten als de hersenen van de koe worden voorzien van voldoende glucose. „Glucose wordt gevormd uit propionzuur of bestendig zetmeel. Bij een te lage glucosevoorziening gaat een verse koe aminozuren (bouwstenen voor eiwit, red.) gebruiken als bron van glucose. Koeien laten dit zien door een te laag eiwitpercentage in de melk; lager dan 3,20 procent in de eerste 60 dagen.”
Bij een pensvulling onder de 3 is actie nodig, geeft ABZ aan. Het zeven van de mest kan daarbij inzicht geven hoe te handelen. Het voerbedrijf werkt zelf met de 3VA-score, een zelf ontwikkeld systeem waarbij op een praktische manier inzichtelijk wordt wat de oorzaak van het probleem is.
Tekst: Sjouke Jacobsen
Begon na de HAS zijn loopbaan in de fokkerij en veevoedingsbranche. Sinds 2014 werkzaam voor Agrio, vanaf 2022 als freelance vakredacteur. Benut zijn praktijkervaring in de melkveehouderij voor Melkvee.nl en Vakblad Melkvee.
Beeld: Ellen Meinen, ABZ Diervoeding