'Ik ben geen melkveehouder maar boer'
Suikerrijk hooi, grasbrok, structuurgras, gras voor droge koeien, bestendig zetmeel uit hoog gehakselde maïs, traag eiwitrijk gras in balen; Smale denkt van te voren goed na wat voor soort voer hij van elk perceel wil halen. Dit alles met als doel om een aantal sturingsmogelijkheden te hebben om de verschillende diergroepen optimaal te voeren. „Sturen van het rantsoen is altijd een uitdaging. Zeker wanneer intensief weidegang wordt toegepast. Vanwege onze extensieve bedrijfsvoering probeer ik dit zoveel mogelijk te compenseren met eigen geteeld voer. Maar ook bij een intensievere bedrijfsvoering loont het om een aantal sturingsmogelijkheden te creëren.”
Volgens Smale zijn veehouders over het algemeen erg bezig met het koemanagement maar blijft de aandacht voor bodem en teelt wat achter. „Rantsoenen worden soms tot achter de komma berekend en uitgevoerd. De krachtvoergift wordt per koe gestuurd. Dit in tegenstelling tot de voederwinning. Zo krijgen veel percelen nog dezelfde hoeveelheid mest en het liefst allemaal op dezelfde dag. Daar moeten we vanaf.”
Grasbrok en 100 dagen geen raapschroot voeren
De ondernemer geeft aan dat grasbrokken goed in zijn visie passen. „Ik heb normaliter een ruwvoeroverschot. Door grasbrok te maken haal ik mijn eigen krachtvoer binnen.” Hij geeft daarbij duidelijk aan dat dit niet laatste snede herfstgras betreft, maar dat hij jaarrond percelen er tussen uit maait voor het maken van grasbrok. „Daarmee creëer ik extra groeitrappen voor een optimale benutting van het weidegras. Najaarsgras wordt onderschat. Het gaat dan ook niet domweg naar het jongvee. Ik heb 100 balen najaarsgras liggen, dat betekent 100 dagen geen raapschroot voeren aan de melkkoeien.”
Voederbieten
Ook voederbieten behoren bij het bouwplan van Smale. „Het is een fantastisch product, mits vers gevoerd. Juist dan pak je de extra opbrengst in het najaar mee en worden ze optimaal door de koeien benut. De gehalten gaan direct omhoog. Het past goed in een grasrijk rantsoen. Bieten hebben een lage OEB waardoor het ureum lager is. En de koeien zijn er gek op. Bovendien gaat het heel efficiënt met stikstof om.”