Rapport: kostbaar ammoniakbeleid totaal niet effectief
Het rapport is uitgebracht onder de vlag van het vakblad V-focus en werd vrijdag 20 januari gepresenteerd in Wageningen. Het onderzoek (middels crowdfunding gefinancierd) is gedaan door Jaap Hanekamp, Marcel Crok en Matt Briggs.
Hanekamp is chemicus en wetenschapsfilosoof, verbonden aan het Zeeuwse instituut University College Roosevelt in Middelburg en aan de Amherst-universiteit in de VS. Crok is onafhankelijk onderzoeker en wetenschapsjournalist. De twee Nederlanders werden bijgestaan door de Amerikaanse statisticus en wetenschapper Matt Briggs van de Cornell University.
Emissie-beperkende maatregelen
In 1990 werd het bovengronds mestuitrijden verboden. Naast de verplichte emissie-arme mestaanwending werd ook het overkappen van mestsilo's verplicht en er werden emissie-arme stalsystemen ontwikkeld. De overheid gaat ervan uit dat de berekende ammoniakemissie sinds 1990 spectaculair is gedaald.
LML-meetnet
Het RIVM heeft sinds 1993 het Landelijk Meetnet Luchtkwaliteit in de lucht. Dat zijn acht palen die verspreid over Nederland die elk uur de concentratie ammoniak in de lucht vaststellen.Het RIVM gebruikt het gemiddelde van de metingen van deze LML-stations om de landelijk gemiddelde ammoniakconcentratie vast te stellen. Volgens het RIVM is er vanaf '93 een dalende trend te zien, tot 2004, en is er sinds 2005 weer sprake van een lichte stijging.
Statistische analyse
Om dat te toetsen, hebben de onderzoekers bij het RIVM de meetgegevens opgevraagd van de acht meetstations, vanaf 1993 tot 2015. Die gegevens zijn statistisch geanalyseerd. De dataset laat over die periode bij elk meetstation wel af en toe uitschieters zien in de concentratie, maar er is over de periode 1993 - 2015 geen duidelijke lijn te zien van een afnemende dan wel toenemende ammoniakconcentratie in de atmosfeer, aldus Hanekamp.
,,Kortom: de spectaculaire 'daling' van de berekende emissies wordt niet teruggevonden in de concentraties ammoniak in de lucht.
De waarden van alle LML-meetstations zijn ook kruislings met elkaar vergeleken. ,,Daaruit blijkt dat de stations onderling niet of nauwelijks correlatie vertonen, zegt Hanekamp. Dus: het ene station kan een hoge concentratie meten, terwijl het andere station op hetzelfde moment een veel lagere waarde meet. Crok: ,,Dat betekent dat de ammoniakconcentratie in de lucht een heel lokaal gebeuren is.
Rekenkundig gemiddelde
Een ander punt van kritiek van de onderzoekers: het RIVM gebruikt het rekenkundig gemiddelde van elk meetstation. Maar piekconcentraties, die maar af en toe voorkomen, hebben verhoudingsgewijs heel veel invloed op het gemiddelde. Het is daarom volgens Hanekamp niet correct om uit te gaan van het rekenkundig gemiddelde.
De mediaan de middelste waarde in een reeks getallen is volgens de leer van de statistiek in dit geval een veel beter uitgangspunt, stelt hij. ,,En de mediaan van de concentraties ammoniak in de atmosfeer ligt tientallen procenten lager."
Hoeveel de mediaan lager ligt dan het rekenkundig gemiddelde, verschilt per meetstation. Bij het station met het kleinste verschil lag de mediaan 27 procent lager dan het rekenkundig gemiddelde; bij het station met het grootste verschil was het 310 procent lager.
Onzekerheden in rekenmodellen
Bovendien, zo stellen Hanekamp en Crok, zitten er grote onzekerheden in de modellen die worden gebruikt om te berekenen hoeveel ammoniak er vrijkomt bij een bepaalde manier van bemesten. Maar de onzekerheden die bij het rekenmodel horen, worden er nooit bij gepubliceerd, aldus Hanekamp.
Forse 'pluim'
,,Het rekenmodel heeft een forse 'pluim', net zoals je ziet bij de 14-daagse weersvoorspellingen van het KNMI, legt hij uit. ,,Er zitten onzekerheden in het weermodel, waardoor de voorspelde temperatuur over 14 dagen ook vijf graden hoger of lager kan uitpakken."
De wetenschappers geven in hun rapport een voorbeeld van die zogeheten model-onzekerheid bij de data van een Wagenings rapport over de ammoniakemisse bij mesttoediening plus inwerken in aardappelruggen. In het Wageningse rapport wordt daar een berekende ammoniakemissie van 28,7 kilo per hectare aan gekoppeld. Hanekamp en Crok laten in h rapport tevens de niet-gepubliceerde cijfers uit de 'pluim' zien: volgens het gebruikte rekenmodel kan de gemiddelde ammoniakemissie (28,7 kilo) varien van 22,2 tot 50,9 kilo per hectare.
Bemestingsmethoden
Eenzelfde 'pluim' zit er heel waarschijnlijk ook in de berekende ammoniakemissie bij de verschillende bemestingsmethoden, zegt de wetenschapper. 'Wageningen' heeft bijvoorbeeld vastgesteld dat de berekende ammoniakemissie bij zodebemesting op grasland 16 procent is, en bij bovengronds mestuitrijden 74 procent.
Maar volgens Hanekamp zouden de verschillende bemestingsmethoden in werkelijkheid wel eens veel dichter bij elkaar kunnen liggen. Hij gaat ervan uit dat de pluimen elkaar gedeeltelijk overlappen. Hanekamp: ,,We hebben het niet kunnen narekenen omdat de oorspronkelijke datasets niet bewaard zijn gebleven, maar waarschijnlijk ontlopen de verschillende bemestingsmethoden elkaar veel minder dan wordt gerapporteerd.
Sutton-review
Binnen de landbouw wordt er door een aantal veehouders en wetenschappers al langer getwijfeld aan de wetenschappelijke onderbouwing van het ammoniakbeleid. Staatssecretaris Martijn van Dam heeft daarom twee jaar geleden een commissie van internationaal vooraanstaande wetenschappers, onder voorzitterschap van professor Mark Sutton, gevraagd het Nederlandse ammoniakgerelateerde onderzoek en het daarop gebaseerde ammoniakbeleid kritisch onder de loep te nemen.
De conclussie van deze Sutton-review was datde methoden die Nederland hanteert voor de berekening van de emissie van ammoniak, het meten van de ammoniakconcentraties in de lucht en de modelering van de verspreiding en depositie, wetenschappelijk op orde zijn. Dat berichtte Van Dam op 8 september 2015 aan de Tweede Kamer. ,,De commissie is van oordeel dat het kennisinstrumentarium dat Nederland inzet in de hele kennisketen wetenschappelijk goed is onderbouwd", aldus de staatssecretaris.
Prullenbak
Die conclusie kan wat Hanekamp betreft de prullenbak ik. ,,Wij hebben laten zien dat het wetenschappelijk aantoonbaar onverdedigbaar is."
'Miljarden gevesteerd voor niks'
Na afloop van de presentatie vatte toehoorder Wim Kromwijk, van adviesbureau Kromwijk Agriservice in Driebruggen, het als volgt samen: ,,De afgelopen 25 jaar hebben we als landbouw met z'n allen dus miljarden gevesteerd om de ammoniakemissie te reduceren, met ondergronds uitrijden en emissie-arme vloeren en noem maar op. Allemaal voor niks want het is niet terug te vinden in het ammoniakgehalte in de lucht.
Voorzitter Jan-Cees Vogelaar van het Mesdagfonds voegde daaraan toe: ,,We hebben 30 procent minder mest dan 30 jaar geleden, er wordt veel meer mest geporteerd en we gebruiken de helft minder stikstofkunstmest dan vroeger. En ondanks alle inspanningen van de landbouw is er niet minder ammoniakemissie en zijn er meer nutriten in het oppervlaktewater. Ja, hallo zeg!
Kamervragen
Het rapport wordt dinsdag gepresenteerd aan de Tweede Kamer. Hans Maljaars, fractiemedewerker van de SGP en ook aanwezig bij de presentatie in Wageningen, liet weten dat de Staatkundig Gereformeerde Partij hierover zeker vragen gaat stellen aan staatssecretaris Van Dam en aan diens voorgangster Sharon Dijksma.
Het hele rapport is te downloaden via de website van V-focus.