GD: oorzaak poot-problemen leghennen nog onbekend
Dat maakte de Gezondheidsdienst voor Dieren (GD) vrijdagmiddag 23 februari in een update bekend. Sinds halverwege 2016 wordt de Nederlandse leghennenhouderij geconfronteerd met pootverwondingen. De verwondingen worden waargenomen in koppels witte leghennen, met name aan het begin van de productie.
De ernst van de verschijnselen en het verloop wisselen erg, in sommige koppels is slechts sprake van lichte aantasting van de huid, in andere koppels zijn de tenen ernstig aangetast en loopt de uitval sterk op. De productie van de koppels lijdt niet onder de pootproblemen. Volgens de laatste informatie zijn er nog steeds koppels waar de pootproblematiek optreedt ook al lijkt het aantal wel behoorlijk afgenomen, zegt pluimveedierenarts Christiaan ter Veen van GD. Hij maakt deel uit van de werkgroep pootproblemen.
In 2017 is de werkgroep opgericht waarin vertegenwoordigers van de voerleveranciers, opfokorganisatie, eierhandel, dierenartsen en GD zitten. De werkgroep heeft als doel de oorzaak van de pootproblemen te achterhalen en te komen tot adviezen voor de bestrijding of preventie van de aandoening.
Wat is er bekend over pootproblemen?
In de wetenschappelijke literatuur worden pootproblemen af en toe gemeld. Waarom de verwondingen optreden, wordt uit de literatuur echter niet duidelijk. De genoemde oorzaken lijken in de praktijk niet of nauwelijks een rol te spelen. Wel wordt aangegeven dat als pootverwondingen eenmaal ontstaan deze een trigger vormen voor aanpikken door andere hennen. Hennen kunnen dit gedrag van elkaar overnemen en eenmaal ontstaan zijn pootproblemen moeilijk onder controle te krijgen. Ook op legpluimveebedrijven wordt dit waargenomen: als hennen met pootwonden apart worden gezet treedt herstel op. Blijven ze in het koppel dan wordt het erger en kan sterfte optreden.
Om te onderzoeken of pootproblemen door (infectie)ziekten worden veroorzaakt, is in het kader van monitoring onderzoek door GD uitgevoerd. In dit onderzoek werd niet n oorzaak gevonden er werden echter wel vele oorzaken uitgesloten. Er zijn geen aanwijzingen gevonden dat ziektekiemen, parasieten, toxinen of tumoren de primaire oorzaak van het pootproblemen zijn. Onder de microscoop werden wel afwijkingen van de poothuid gezien: er was sprake van een afwijkende huid met een onderhuidse reactie en verhoogde aanwezigheid van bacteri. Dit past bij de droge en schilferige poten die bij aangetaste hennen worden gezien en die aan het probleem worden gekoppeld, vertelt Ter Veen.
Daarnaast is er een enque gehouden waarbij gekeken is naar verschillende risicofactoren. De problemen konden niet gekoppeld worden aan een bepaald ras, opfokker, voerleverancier, systeem of lichtbron.
Stressoren
De aanwezigheid van stressoren lijkt van belang. Op legpluimveebedrijven werden soms koppels met beginnende, milde pootproblemen gezien waarbij darmstoornissen, competitie voor voer of selectieve voeropname voorkwamen. Na het verminderen van deze stressoren verbeterde in een aantal gevallen de pootkwaliteit. Bij langdurige en vaak ernstige pootproblemen lijkt alleen het verduisteren van de stal de problemen te verminderen, zegt de pluimveedierenarts.
Bij ondersteunende inzet van extra vitaminen, mineralen, aminozuren en specifieke vetzuren zijn de resultaten wisselend. Mogelijk speelt het moment van inzetten mee. Eenmaal aangetaste poten herstellen namelijk langzamer waardoor interventies pas op langere termijn effect kunnen hebben. Bovendien leren kippen gewoontes makkelijker aan dan af. De preventieve mogelijkheden van boven vermelde middelen zijn nog onvoldoende onderzocht. Ondanks deze vraagtekens is het snel zoeken naar mogelijke stressoren noodzakelijk vanaf de eerste tekenen van pootproblemen.
Hoe nu verder
De oorzaak en oplossingen van de pootproblemen zijn dus nog onbekend. De werkgroep verkent nog verschillende mogelijke oorzaken voor de pootproblemen. Hiervoor plannen we afspraken in met verschillende deskundigen om de mogelijke oorzaken te bespreken. Het aantal mogelijke oorzaken is echter nog te groot om hier gericht onderzoek naar op te zetten. Bovendien is er geen centraal budget beschikbaar voor het uitvoeren van (praktijk)onderzoek en zijn we afhankelijk van particuliere initiatieven, vertelt Ter Veen.
De leden van de werkgroep zijn nog betrokken bij een aantal initiatieven en volgen nog een aantal koppels met pootproblemen. Mocht u op eigen initiatief onderzoek gaan uitvoeren, dan stelt de werkgroep het op prijs om hiervan op de hoogte te worden gesteld. Mocht daar behoefte aan zijn dan kan de werkgroep uiteraard ook meedenken met het opzetten en analyseren van veldonderzoek, zegt de dierenarts.
Blijf pootproblemen melden
Om stappen te maken zijn we afhankelijk van input van legpluimveehouders en hun adviseurs. Momenteel krijgen we weinig meldingen van nieuwe koppels met problemen. We vragen legpluimveehouders en dierenartsen dan ook om pootproblemen te blijven melden, zeker indien problemen op bedrijven opnieuw optreden. Daarnaast ontvangen we graag de effecten van genomen maatregelen zodat we beter zicht krijgen op wat mogelijk wel of niet werkt.
Om het centraal vastleggen van informatie te ondersteunen en om te borgen dat deze informatie breed wordt gedeeld met legpluimveehouders, lijkt het de werkgroep goed om in ieder geval de komende periode met enige regelmaat bij elkaar te komen. Door samen te werken, hopen we nog meer informatie te verzamelen en hopen we uiteraard het probleem te kunnen oplossen, zegt Ter Veen.
Tekst: Tom Schotman
Groeide op een vleeskuikenbedrijf in het Achterhoekse Vragender op. Schrijft sinds augustus 2013 voor Pluimveeweb.nl, vakblad Pluimveeweb, Pigbusiness.nl, vakblad Pig Business en de regionale agrarische vakbladen van Agrio.
Tekst: Christiaan ter Veen
Beeld: Gezondheidsdienst voor Dieren, Susan Rexwinkel, Agrio archief