WUR werkt aan stalconcept met fors minder fijnstofemissie
De pluimveehouderij in Nederland staat voor de grote uitdaging om de emissies van fijnstof in tien jaar tijd te reduceren met 50 tot 70 procent, om de risicos daarvan voor de gezondheid van omwonenden te verminderen. Tegelijkertijd is er de opgave van integrale verduurzaming, waarvan verbetering van dierenwelzijn en diergezondheid, de arbeidsomstandigheden in stallen en de verbetering en versterking van de relaties met lokale omgeving een belangrijk en vitaal onderdeel zijn, vertelt Van Weeghel, die nauw bij het project betrokken is.
Hoewel er verschillende beloftevolle maatregelen en technieken beschikbaar zijn om de fijnstofemissies terug te dringen, is het niet eenvoudig om met dergelijke technieken hoge reducties te behalen zonder in te boeten op andere duurzaamheidsdoelstellingen. Samen met pluimveehouders, Vencomatic Group, Kipster BV en Gebiedsbureau Weert, Nederweert & Leudal willen we een leghennenstal ontwerpen, die veel minder overlast voor de omgeving oplevert door onder andere fijnstof, endotoxinen, geur en ammoniak, diervriendelijk is en waar pluimveehouders prettig in kunnen werken. Een uitdaging, want die gaan nu niet vanzelfsprekend samen, verklaart de onderzoekster.
Strooisel belangrijkste bron
Samen met de partners van het project, experts en onderzoekers is er een werksessie gehouden om dieper in te gaan op de structurele oorzaken van de productie, vervluchtiging en missie van fijnstof in pluimveestallen.
Daarin kwam naar voren dat de grootste bron van fijnstof in pluimveestallen (leg- en vlees) in de lucht gedroogde mest is, die door activiteit van de dieren verder in kleine stukjes uiteen valt. In de praktijk bestaat strooisel voornamelijk uit mest en nauwelijks uit ander materiaal. Op dit moment is mest strooisel, en strooisel is mest, zegt de onderzoekster.
'Samen ontwerpen voor een gezonde pluimveehouderij'
Tijdens een eerste ontwerpatelier Van fijnstof naar een fijne stal voor mens en dier afgelopen mei werkte de groep aan het ontwerp van nieuwe houderijsystemen voor leghennen die aan de genoemde doelen voldoen en werkte de groep de eerste concepten voor een nieuw houderijsysteem uit. Met belangrijke deelprincipes die de basis vormen van deze concepten en die waarschijnlijk makkelijker in de praktijk zijn toe te passen. De ontwerpconcepten vormen de basis voor verder onderzoek & ontwikkeling.
Pluimveehouders betalen mee
Het programma bestrijkt vier jaar en richt zich eerst op de legpluimveehouderij. Daarna volgen ook andere pluimveesectoren. We richten ons daarna eerst op de vleeskuikens.
De overheid stelt 1,8 miljoen euro beschikbaar voor het project. Daarnaast betalen pluimveehouders ook zelf mee aan het onderzoek via hun verplichte bijdrage aan collectieve onderzoeksprojecten voor de pluimveesector aan Ovoned of Pluimned van pluimveekoepelorganisatie Avined. Meer informatie over het project is te vinden op de website van Wageningen Livestock Research.
Tekst: Tom Schotman
Groeide op een vleeskuikenbedrijf in het Achterhoekse Vragender op. Schrijft sinds augustus 2013 voor Pluimveeweb.nl, vakblad Pluimveeweb, Pigbusiness.nl, vakblad Pig Business en de regionale agrarische vakbladen van Agrio.
Beeld: Susan Rexwinkel, Agrio archief