Ministerie wil fijnstof eisen aanscherpen
Hoeve Advies geeft op haar website uitleg.Alle emissie van veehouderijen binnen een straal van 500 meter moet worden meegenomen zodra die meer dan 800 respectievelijk 500 kilogram fijnstof per jaar emitteren. Hiermee worden mogelijke knelpunten eerder onderkend.
De cumulatie moet worden beoordeeld bij aanvragen voor een omgevingsvergunning milieu, een omgevingsvergunning beperkte milieutoets of een omgevingsvergunning voor afwijking van het bestemmingsplan voor het gebruik van een agrarische bedrijfswoning als plattelandswoning.
Voor het berekenen van de bijdrage van veehouderijen wordt tot nu toe gebruik gemaakt van zgn. GCN-kaarten met grootschalige concentratiegegevens van zwevende deeltjes.Deze kaarten zijn opgebouwd uit gridcellen van 1 km. De emissie van binnen deze gridcel gelegen bronnen waaronder veehouderijen wordt gelijkmatig verdeeld over de gridcel. De impact van een veehouderij als lokaal dominante bron op een afstand van minder dan 500 m van een andere veehouderij ligt, kan door het middelen van de emissie in bepaalde gevallen worden onderschat, waardoor de grenswaarde alsnog wordt overschreden. Om dit te voorkomen wordt een gedetailleerde cumulatieve berekening voorgeschreven.
36.300 vleeskuikens
De cumulatieberekening wordt verplicht bij veehouderijen die meer dan 800 kg fijnstof emitteren of meer dan 500 kg fijnstof in een gebied waar de achtergrondconcentratie hoger is dan 27 g/m3.
Bij de monitoring van 2018 in het kader van het NSL zijn 1.184 veehouderijen ingevoerd met emissie van zwevende deeltjes van 500 of 800 kg/jaar. Dat is het aantal dat te maken kan krijgen met deze wijziging van de Rbl, maar alleen als er binnen 500 m andere veehouderijen liggen met een emissie van zwevende deeltjes van 500 dan wel 800 kg per jaar.
Bij een waarde van 800 kg fijnstof zonder reducerende techniek moet men denken aan eenheden van ca. 9.525 scharrelkippen, 12.300 voliekippen, 18.600 vleeskuikenouderdieren, 36.300 vleeskuikens. Als pluimveehouder zit je daar dus al gauw aan.
Reageren tot 18 september mogelijk
Bij de cumulatieberekening binnen een straal van 500 m worden veehouderijen dubbel meegenomen omdat ze ook al onderdeel uitmaken van de achtergrondconcentratie. Om dit te corrigeren moet een correctie voor de dubbeltelling worden uitgevoerd.
De Europese norm voor PM10, grote stofdeeltjes en de focus van alle onderzoeken, heeft twee grenzen. Een jaargemiddelde aan fijnstof onder 40 microgram per kubieke meter lucht en een dagnorm van 50 microgram per kubieke meter, die niet meer dan 35 keer per jaar overschreden mag worden. De normering van de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) ligt iets scherper, namelijk 20 microgram als jaarlijks gemiddelde en 50 microgram als hoogste dagnorm.
Tot 18 september kan men via eeninternetconsultatiereageren op de voorgestelde wijziging. Adviseur Wim Hoeve vraagt zich af of reageren zin heeft. Hij verwacht dat het ministerie de wijziging gewoon door gaat voeren.
Tekst: Tom Schotman
Groeide op een vleeskuikenbedrijf in het Achterhoekse Vragender op. Schrijft sinds augustus 2013 voor Pluimveeweb.nl, vakblad Pluimveeweb, Pigbusiness.nl, vakblad Pig Business en de regionale agrarische vakbladen van Agrio.
Tekst: Hoeve Advies
Beeld: RIVM