Ontevreden leveranciers Bel Leerdammer richten leveranciersvereniging op
Aanleiding voor de oprichting van ‘Leveranciers Vereniging Leerdammer Collectief’ is de groeiende ontevredenheid en het gebrek aan vertrouwen in Bel Leerdammer. Dit mondde eerder al uit in twee rechtszaken, waarin de veehouders in het gelijk werden gesteld.
„Ondanks het door Bel Leerdammer gepredikte ‘samen met zijn allen, Bel gevoel’, is er gebrek aan vertrouwen. Er is sprake van een top-down benadering met gebrek aan transparantie, onduidelijke melkprijs zonder referentieprijs-bepaling en een steeds strenger wordende eisenpakket zonder kostprijsdekking”, sommen de initiatiefnemers op. „De huidige structuur met klankbordgroepen wordt door Bel Leerdammer aangevoerd als het overlegmodel. In de praktijk blijkt het niets anders te zijn dan een platform van waaruit de informatie vanuit Bel Leerdammer wordt doorgegeven en waarbij nauwelijks sprake is van overleg.”
‘Stoppende boeren en onvoldoende melk’
Het collectief zegt grote waarde te hechten aan het gezamenlijk belang dat zowel leveranciers als ook Bel Leerdammer hebben. „Het eenzijdig opzadelen van producenten met eisen en deze vervolgens onvoldoende belonen, zal op niet al te lange termijn leiden tot stoppende boeren en onvoldoende melk voor de fabriek.”
Bij een tekort aan melk voorzien de kritische leveranciers inkoop van melk die tegen lagere eisen elders wordt geproduceerd. „Dit is niet in het belang van de leveranciers en zal onherroepelijk ook het imago van Bel Leerdammer kaas schaden.”
In januari en februari houdt de vereniging vier bijeenkomsten om meer leden aan de groep te binden; in Dalfsen, Scherpenzeel, Tuil en Giessenburg. Leveranciers van Bel Leerdammer krijgen een persoonlijke uitnodiging.
Reactie Bel Leerdammer
Bel Leerdammer laat in een verklaring weten dat er vanuit de opgerichte vereniging nog geen contact is gezocht met de melkfabriek. Maar als dat dat gebeurd, wil het zuivelbedrijf het gesprek met hen zeker aangaan. „Wij zijn altijd gericht op een open dialoog met onze melkveehouders en blijven dat vanzelfsprekend ook nu doen.”