'Desnoods grondwaterpeil omhoog om bodemdaling te stoppen'

‘Als het zover komt, dan vindt de ChristenUnie dat hier een goede compensatie- of uitplaatsingsregeling voor moet zijn, minimaal vergelijkbaar met de regelingen die we nu kennen voor het uitplaatsen van agrarische bedrijven uit de Natura2000-gebieden. Het gaat immers om de aanpak van een gezamenlijk maatschappelijk probleem. Dat kan en mag niet voor rekening van een enkeling komen', zo stelt Renate van der Velde uit Kampen, lijsttrekker van de ChristenUnie tijdens de komende Statenverkiezingen in Overijssel.
Moeras
Net als in andere veenweidegebieden is de Kop van Overijssel oorspronkelijk een moerasgebied dat ontgonnen is en voor de landbouw geschikt gemaakt. Om de grond voor de landbouw geschikt te houden, zorgen de waterschappen ervoor dat het grondwaterpeil laag blijft. De oxidatie en de lage grondwaterstand zorgt ervoor dat het veen inklinkt of verdwijnt, waardoor de bodem met 1 tot 2 centimeter per jaar daalt. Dat zorgt ervoor dat het grondwater nog verder verlaagd moet worden, waarna deze vicieuze cirkel zich herhaalt.
Volgens de ChristenUnie betekent de veenoxidatie een enorme CO2-uitstoot. De bodemdaling verloopt met wisselende snelheid binnen een streek waardoor steeds meer verschillende waterstanden nodig zijn. Dat maakt het waterbeheer duur en complex. Door de verzakking van het maaiveld neemt ook het risico op overstromingen toe. Verder staat de waterkwaliteit in de veenweidegebieden onder druk en kan er schade ontstaan aan de fundering van huizen en gebouwen. Ook kunnen wegen, spoorlijnen en rioleringen verzakken. Door steeds maar verdergaande bodemdaling wordt het veenpakket steeds dunner en verdwijnt zelfs. Het landschap verandert daardoor onherroepelijk.
Stoppen met verlagen
De meest simpele oplossing om dat alles tegen te gaan is het niet langer verlagen van het grondwaterpeil. ‘Maar dan veranderen de veenweidegebieden onherroepelijk weer in moeras. Dan hebben we een oud landschap terug, en de natuurwaarden gaan omhoog, maar het biedt geen perspectief voor de mensen die nu in de veenweidegebieden wonen en werken', zo stelt de ChristenUnie-lijsttrekker.
Zij vindt echter dat het probleem niet genegeerd kan worden. ‘Daarbij staat voor ons voorop dat boeren en bewoners moeten kunnen meepraten over de aanpak. Zo kan per gebied een gericht plan worden gemaakt om de daling te stoppen of te vertragen. Niet elke oplossing zal geschikt zijn voor elk gebied. En er zal nog uitvoerig getest moeten worden wat wel en niet werkt. In met name Noord en Zuid-Holland is er al ervaring opgedaan met de verschillende oplossingen en zijn al veel onderzoeken gedaan. Overijssel kan hierbij aansluiten en gebruik maken van alles wat al gedaan is door andere provincies en waterschappen.’
Tekst: Lauk Bouhuijzen
Beeld: Ruth van Schriek