‘Weidevogelseizoen 2019 was een seizoen met veel uitersten’

Ondanks dat het een seizoen met uitersten was, laten de eerste onderzoeksresultaten volgens Van der Valk zien dat het voor de meeste weidevogels een succesvol jaar is geweest. Onder andere in Tolhuislanden is het aantal broedvogels -met name de grutto- toegenomen. „Maar we zijn er nog niet”, zegt Van der Valk. „In sommige gebieden gaat het heel goed met de weidevogels maar we zien ook gebieden waar de populatie is afgenomen. Dit jaar lijkt de kievitoverleving van de kuikens lag te zijn geweest door de koude periode eind april.”
De drie V’s
Het collectief heeft samen met boeren in het gebied verschillende beheermaatregelen toegepast. Van der Valk: „We streven ernaar om de drie V’s in de weidevogelkerngebieden op orde te krijgen. Het gaat dan om voortplanting, veiligheid en voedsel.”
Voor de eerste V, voortplanting, is het vooral belangrijk om rust te creëren. „We hebben met boeren afgesproken om de nesten heen te maaien of werken. Ook zijn er contracten afgesloten om later te maaien.” Het collectief is dit jaar voor het eerst gestart met een rustperiode tot 15 mei op bouwland. „Hier heeft een groep boeren uit de regio Steenwijk en Tolhuislanden aan meegedaan. Zij hebben begin dit jaar met een schijveneg de groenbemester klein gemaakt en het bouwland daarna laten liggen tot 15 mei”, vertelt Van der Valk.
Plasdrassen
Voor de voedselvoorziening, de tweede V, hebben boeren kruidenrijk grasland gerealiseerd door percelen alleen met ruige stalmest te bemesten en na 15 juni te maaien. „In ons gebied is er zo’n 650 hectare aan kruidenrijk grasland aanwezig. Vooral grutto- en wulpenjongen hebben hier profijt van omdat zij insecten uit de vegetatie pikken”, aldus Van der Valk.
Het collectief is vanaf 2016 bezig met het creëren van plasdrassen. In 2019 en 2020 in totaal moeten er ruim zestig nieuwe plasdrassen in weidevogelkerngebieden in Overijssel komen. Ruim de helft hiervan staat voor het werkgebied van het collectief gepland. Eind deze winter zijn er al ruim twintig plasdrassen gecreëerd. „Plasdrassen hebben een grote aantrekkingskracht op weidevogels”, stelt Van der Valk. „Ook zijn er sterke aanwijzingen dat de kuikenoverleving bij plasdrassen groter is door de aanwezigheid van voedsel en dekking. Vooral kievit- en tureluurkuikens profiteren hiervan.”
Volgens de projectcoördinator groeit het enthousiasme voor plasdrassen onder boeren. „Zij zien bijvoorbeeld bij een buurman met een plasdras welke aantrekkingskracht deze op weidevogels heeft en denken dan vaak ‘dat wil ik ook’. Goede resultaten werken motiverend.” Ook kruidenrijkgrasland wint aan populariteit onder boeren. Van der Valk: „Boeren die meedoen aan PlanetProof melden zich bijvoorbeeld.”
Afname predatoren
Voor de laatste V, veiligheid, werkt het collectief aan het laag houden van de predatorenstand. „We werken met WBE’s samen om de vos uit de kerngebieden te houden met de maatregelen die toegestaan zijn. Predatie is een natuurlijk gegeven maar het moet niet doorslaan”, vindt Van der Valk. Vanuit verschillende gebieden in Noordwest Overijssel is het signaal gekomen dat er minder predatie van eieren en kuikens is dan voorgaande jaren. „Het beeld is nog niet helemaal duidelijk maar waarschijnlijk hebben de anti-predatiemaatregelen hieraan bijgedragen en anderzijds was in bepaalde gebieden de muizenstand hoog waardoor predatoren hun jongen konden voeden met muizen.”
Waterpeil verhogen
Het collectief heeft al verschillende plannen voor het komende weidevogelseizoen. „We gaan meer doen met water. Meer plasdrassen aanleggen en we gaan in enkele gebieden experimenteren met het verhogen van het waterpeil in bepaalde watergangen. Het peil wordt dan 10 tot 30 centimeter hoger gezet. Ook hopen we het experiment met de rustperiode op bouwland verder uit te breiden”, besluit Van der Valk.

Tekst: Renske Luimes
Renske is opgegroeid op een klein gemengd bedrijf. Bij Agrio kan ze haar grootste hobby, namelijk schrijven, combineren met haar voorliefde voor de landbouw.
Beeld: Collectief Noord West Overijssel