Op basis van 60.000 grondmonsters in 12 jaar
Twentse bodemvruchtbaarheid; stabiel tot lichte verbetering

Bij het onderzoek zijn de resultaten van 60.000 grondmonsters afgelopen 12 jaar bekeken op drie onderdelen; fysisch (hoeveelheid organische stof, zuurgraad en structuur), chemisch (stikstof, fosfaat en kalium) en biologisch (microbiële biomassa en activiteit, schimmel- en bacterieverhouding), zo lichtte Erikjan van Huet Lindeman van het Wageningse bodemonderzoeksbureau toe vrijdagmorgen op een persconferentie in Goor (OV).
Nulmeting
“De conclusie is dat de bodemvruchtbaarheid in Twente stabiel tot licht stijgend is. Een aantal resultaten is stabiel, andere resultaten tonen een lichte verbetering. Het geeft een actuele kijk op de bodemtoestand. Zie het maar als een nulmeting. Het gaat om een constatering op basis van regulier landbouwkundig onderzoek, we geven geen verklaring. Wel zijn er verschillen per gemeente, buurtschap of bedrijf. De spreiding van de resultaten biedt dus ruimte voor verdere verbetering van de resultaten.” De resultaten hebben vooral betrekking op gras- en maisland op dekzand omdat die samen het overgrote deel van de landbouwbodem in Twente vormen.
Dikke voldoende
Johan Temmink, specialist mest en mineralen van ForFarmers was nauw betrokken bij het onderzoek. “Directe aanleiding voor dit onderzoek was de vele kennis die we al hadden opgedaan via Vruchtbare Kringloop Overijssel. Ook bij de kringlooplandbouw zoals de minister die wil staat de bodem centraal. Bovendien zal er ook in het nieuwe GLB (Gemeenschappelijke Landbouw Beleid) steeds meer aandacht komen voor een duurzaam bodembeheer.”
“Dit onderzoek kan dienen als een nulmeting waar Twentse boeren trots op kunnen zijn. De resultaten betekenen een dikke voldoende, maar kunnen als basis dienen voor verdere verbetering. Dat kan samen met de agrarische ondernemers, bijvoorbeeld in studiegroepen. De cijfers tot en met perceelsniveau liggen er nu. Ook met Vitens en waterschap Vechtstromen kunnen we aan de slag.”
Dikke neus
Volgens voorzitter Wim Meulenkamp van Mineral Valley Twente gaat het om een uniek bodemonderzoek dat ook naar andere regio’s kan worden uitgerold; “Want elk gebied is natuurlijk anders, bijvoorbeeld de veenweidegebieden waar andere problemen spelen. Dit gaat in ieder geval om een zeer robuust onderzoek. Andere onderzoeken zijn duidelijk minder robuust.”
Arjan Bonthuis, LTO-afdelingsvoorzitter Zuid-Twente en nauw betrokken bij Mineral Valley Twente was blij met de positieve resultaten. “Eigenlijk sta ik nu te juichen bij deze supergoede uitgangssituatie. Vaak kregen we als Twentse boeren het idee dat we op achterstand stonden, bijvoorbeeld bij het klimaatbeleid en de koolstofbinding in de landbouw, maar door deze resultaten staan we nu met 1-0 voor. We kunnen een dikke neus trekken richting de tegenstanders die met allerlei oneliners stellen dat boerengronden in Twente zo dood zijn als een pier. Nu moeten we als Twentse boeren verder aan de slag op detailniveau, de resultaten zijn beschikbaar.”
Tekst: Lauk Bouhuijzen
Beeld: Lauk Bouhuijzen