Schapen- en geitenhouder vindt toezicht provincie Gelderland te knellend
En niet alleen voor zijn bedrijf, maar voor alle agrarische bedrijven in Gelderland en daarbuiten. Het was trouwens de provincie Gelderland die bij de Raad van State in hoger beroep ging tegen een rechterlijke uitspraak. De rechter bepaalde dat de gemeente Neder-Betuwe met eigen onderzoek voldoende had aangetoond dat het ophogen van anderhalve hectare weiland in het Ochtense weidevogelgebied Eldikse Veld niet ten koste gaat van de weidevogels en andere natuur.
Gedeputeerde Staten van Gelderland vonden dat niet voldoende. Zij vinden dat de gemeente eerst advies en een verklaring van geen bedenkingen (vvgb) aan de provincie had moeten vragen. Want de provincies gaan over het beheer van natuurgebieden en de wet natuurbeheer. Volgens de gemeente Neder-Betuwe is zij niet verplicht nog eens apart aan de provincie een vvgb te vragen als uit eigen onderzoek blijkt dat er niets aan de hand is.
Meer regels
„Als de Raad van State Gelderland in het gelijk stelt dan heeft dat grote gevolgen voor alle boeren in heel Nederland. Dat betekent dat er weer meer regels bij komen en het voor de boer nog onzekerder wordt wat hij wel en niet mag doen op zijn eigen land. Het Rijksbeleid was om te dereguleren. Maar hier wil de provincie een onderzoek nog eens dunnetjes overdoen met alle onzekerheden van dien”, aldus Zefran Hussain, raadsman van schapenhouder Van de Westeringh, tijdens de rechtszaak in Den Haag.
De provinciewoordvoerder benadrukte dat de provincies in het kader van de Wet natuurbeheer nu eenmaal zijn aangewezen als dé beheerder en uitvoerder. De gemeente vindt dat zij niet nog eens voor advies naar de provincie hoeft te stappen als uit onderzoek blijkt dat er geen strijd is met de natuurbeheerregels.
Leverbotslak
Overigens hoeft Van de Westeringh waarschijnlijk niet zo bevreesd te zijn dat hij zijn weiland weer moet afgraven. Hij hoogde het perceel op bepaalde plekken op, om zijn schapen droge poten te geven. Want door de inklinking van de veengrond werden zijn gronden steeds natter en gingen veel schapen dood door leverbotinfectie. Die parasitaire ziekte wordt overgebracht door de leverbotslak. Nu het land wat droger is zijn de schapen weer gezond. „Bovendien heb ik uit mijzelf wel degelijk rekening met de natuur gehouden door natuurvriendelijke oevers aan te leggen en die af te zetten met schrikdraad. De provincie moet wel bedenken dat ze de boeren hard nodig heeft bij het natuurbeheer. Ik doe zelf mijn best om de natuur te behouden. Ik had ook het hele weiland kunnen ophogen met scherpe slootkanten. Dat is beter voor mijn opbrengst, maar niet voor de natuur”, aldus Van de Weteringh.
Uitspraak volgt over enkele weken.
Tekst: Jan van Ommen
Beeld: Ellen Meinen