Boer uit Holten mag slechts 40 koeien houden na miljoeneninvestering
Oolbekkink voelt zich slachtoffer van de strenge interpretatie van de fosfaatwetgeving door de landelijke overheid. Hij miste de belangrijke peildatum in juli 2015, maar meende toch fosfaatrechten te kunnen krijgen voor het houden van 130 melkkoeien. Hij was immers een nieuw bedrijf gestart aan de Borkeldsweg in Holten, en voor nieuwe bedrijven had het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit een aparte regeling bedacht, met meer fosfaatrechten.
Voortzetting
Het ministerie vindt echter dat Oolbekkink daar geen aanspraak op kan maken. Er zou geen sprake zijn van een nieuw bedrijf. De nieuwe onderneming van Oolbekkink is in de visie van de Haagse ambtenaren een voortzetting van het oude bedrijf van de buurman.
Maandag vroeg de melkveehouder het College van Beroep voor het Bedrijfsleven (CBB), een rechterlijke instantie in Den Haag, om het ministerie terug te fluiten. Hij hield staande dat er wel sprake was van een nieuwe onderneming. Zijn buurman had het oude bedrijf helemaal ontmanteld. De buurman verkocht de silo’s en de stalboxen. Daarna werd het tussentijds eigendom van de provincie, die er niets mee deed.
Miljoen
Oolbekkink moest zes ton betalen voor de grond en investeerde nog eens tonnen in nieuwe stallen. Inmiddels zou hij een kleine miljoen euro geïnvesteerd hebben. Tijdens de zitting bij het CBB wees de melkveehouder erop dat hij, krachtens de oude vergunning van de buurman, recht heeft om er 450 koeien te houden. „Maar voor ons hoeft het niet zo groot te worden”. Met de 130 koeien, die ze volgens de Natuurbeschermingsvergunning van de provincie mogen houden, nemen hij en zijn zoon genoegen.
Het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit hield echter haar poot stijf tijdens de rechtszitting van het CBB. Er zou geen reden zijn om Oolbekkink alsnog meer rechten te geven, zei de woordvoerster. Het CBB doet uitspraak op 17 december.
Tekst: Maarten Bakker
Beeld: Ellen Meinen