LTO pleit voor beregenen consumptie- en zetmeelaardappelen binnen verbodsgebieden
Vanuit het oosten van het land komt al langer de vraag om consumptie- en zetmeelaardappelen te mogen beregenen. De droogte en hitte van de afgelopen twee zomers heeft de discussie over het beregeningsverbod verder opgelaaid. De LTO-vakgroep Akkerbouw werkt nu aan een voorstel dat ze wil bespreken met de NAV. Volgende stap is met een gezamenlijk plan in overleg met de NVWA. Het beregenen van pootgoed blijft buiten elke discussie, zei Peter Berghuis (LTO-werkgroep Pootaardappelen) tijdens een pootgoedavond. „Pootgoedtelers zijn zich heel goed bewust van het grote risico op een bruinrotbesmetting als ze zouden gaan beregenen.”
Tien dagen
In het voorstel van LTO staat dat voor de beregening een melding moet worden gedaan bij de NVWA. Het onderzoek hiernaar duurt echter volgens EU-protocol tien dagen. LTO stelt daarom voor om direct na de aanvraag al te beginnen met beregenen. „Maar als de melding van de NVWA komt dat het water besmet is, moet de teler onmiddellijk stoppen met beregenen. Ook valt hij dan met zijn bedrijf onder de toetsing op bruinrot”, aldus Berghuis.
Een ontheffing van de NVWA is vanwege de stroming in het water drie weken geldig. „Het kost dus wel geld als je een hele zomer wilt beregenen.” Dit onderzoek kost ongeveer 100 euro, zo liet de NVWA weten.
Berghuis waarschuwde voor een terughoudende opstelling bij de fritesindustrie over aardappelen die zijn beregend in een verbodsgebied. LTO is hierover in overleg met de Vavi.
Verbodsgebieden opnieuw kleiner
De beregeningsverbodsgebieden, verspreid over het land, zijn ingesteld nadat duidelijk werd dat oppervlaktewater een grote rol speelt in de verspreiding van bruinrot. Na een forse verkleining van de beregeningsverbodsgebieden in 2019 zal de NVWA volgend jaar opnieuw het verbod in een aantal gebieden opheffen. Die verwachting uitte Bert Waterink, sectormanager akkerbouw fyto van de NVWA tijdens de pootgoedavond. Onderzoek van het water heeft dit jaar opnieuw een goed beeld van de besmettingsgraad van het oppervlaktewater gegeven. Bijna 86 procent van de genomen monsters bleek niet (meer) besmet te zijn met bruinrot. Daarnaast waren 52 monsters buiten de verbodsgebieden vrij van bruinrot. Waterink verwacht dan ook niet dat het bestaande gebied wordt uitgebreid met nieuwe gebieden. De NVWA publiceert binnenkort een nieuwe kaart van de beregeningsverbodsgebieden over Nederland.