Gelderland en Overijssel stemmen voor 30 procent afroming stikstofruimte
Volgens de Gedeputeerde Staten van Overijssel maken de beleidsregels de vergunningverlening weer mogelijk voor alle sectoren. Nieuwe activiteiten zijn mogelijk door stikstofruimte vrij te maken op de eigen locatie (intern salderen) of door stikstofruimte over te nemen van een ander bedrijf dat (gedeeltelijk) stopt (extern salderen). Hierbij geldt de feitelijk gerealiseerde capaciteit als uitgangspunt. „Met het vaststellen van de beleidsregels dragen we bij aan het natuurherstel en maken we nieuwe activiteiten mogelijk, voor nu en in de toekomst”, licht Overijsselse gedeputeerde Gert Harm ten Bolscher toe. Wij vinden het van belang dat we als overheid één lijn hanteren voor alle sectoren, die juridisch houdbaar is.”
Vitaal platteland
Een verdere daling van de stikstofdepositie is een maatschappelijke opgave. „Die opgave geldt niet alleen voor bedrijven die nieuwe vergunningplichtige initiatieven ontplooien, maar voor ons allemaal en voor alle sectoren. Uit gevoerde gesprekken blijkt dat iedere sector bereid is om verantwoordelijkheid te nemen om deze verdere daling te behalen. De landbouw vervult een cruciale rol vanwege de leefbaarheid in het landelijk gebied. Voor de familiebedrijven nabij Natura 2000-gebieden, creëren we graag ruimte die nodig is om een vitaal platteland te behouden. Zij spelen een belangrijke rol in het beheer van landschap en natuur.”
Inbreng alle sectoren
Net als in Overijssel zijn er ook in Gelderland afgelopen weken gesprekken gevoerd met de agrarische sector, bouw, industrie, logistiek en natuurorganisaties. Daarnaast komen Rijk en provincies nu met eenduidige regels. Verantwoordelijk Gelders gedeputeerde Peter Drenth: „Wij hebben de afgelopen weken veel gesprekken gevoerd. Dat waren goede gesprekken, met veel goede ideeën over hoe we dit vraagstuk met zijn allen kunnen aanpakken. Geprobeerd is om zoveel mogelijk inbreng van de sectoren mee te nemen. Dat is voor een groot deel gelukt, maar we kunnen niet alles meenemen. Daarvoor is het vraagstuk te groot.”
Nieuwe regels
De belangrijkste verschillen van de nieuwe beleidsregels ten opzichte van die in oktober 2019 zijn vastgesteld, zijn de eenduidigheid, de uitzonderingssituaties binnen intern salderen en meer duidelijkheid bij extern salderen. Ook zijn de onbedoelde neveneffecten uit de beleidsregels verwijderd. De beleidsregels vastgesteld in lijn met de landelijke afspraken. Als er geen wijzigingen zijn, is het mogelijk om de Wnb-vergunning volledig te benutten. Bij nieuwe of gewijzigde activiteiten moeten bedrijven mogelijk een natuurvergunning aanvragen. Een toename van stikstofdepositie kunnen zij teniet doen door intern of extern salderen. De feitelijk gerealiseerde capaciteit is het uitgangspunt bij intern en extern salderen.
Bij intern salderen is het mogelijk om in sommige uitzonderingssituaties de volledig vergunde capaciteit te benutten. Bij extern salderen geldt dat de saldo-ontvanger 70 procent mag benutten van de stikstofruimte die wordt overgenomen. De resterende 30 procent draagt bij aan de reductie van stikstofdepositie. Bij extern salderen met een veehouderij met dier- en/of fosfaatrechten is het mogelijk om een vergunningaanvraag in te dienen. Het definitief toekennen van de vergunning is nog niet mogelijk. Dat kan pas als de mestwetgeving is gewijzigd. Dit vindt begin 2020 plaats (naar verwachting februari).
Verdere aanpassing regels
Hoewel de koppeling van dierrechten uit de beleidsregels is geschrapt, de 30 procent afroming is intact gebleven. Voor menig veehouder betekent dit dat ze hier financieel nadelig gevolgen van ondervinden. LTO stelde al eerder als hard standpunt dat afroming van 30 procent onacceptabel en zegt bereid te zijn om op dit punt juridische procedures te starten. De provincies zeggen dat de regels juridisch zijn getoetst in voorbeeldsituaties, aangedragen door de verschillende provincies. LTO liet eerder al weten dat ze de aangepaste regels niet ver genoeg vinden gaan. Ze hebben een eigen plan opgesteld. Maandag praten ze hierover met landbouwminister Schouten en premier Rutte.
Tekst: Reinout Burgers
Al bijna 25 jaar volg en schrijf ik als journalist onder meer over de varkenshouderij en pluimveehouderij. Twee uiterst boeiende en dynamische sectoren met veel gepassioneerde ondernemers.
Beeld: Reinout Burgers
Bronnen: Provincie Overijssel, Provincie Gelderland