Beleidsregels stikstof: uitleg en voorbeelden
De nieuwe beleidsregels over stikstof gelden alleen wanneer je een nieuwe Natuurvergunning aanvraagt, benadrukt Robert Kamphuis, adviseur bij De Omgevingsadviseurs uit Zwolle. „En dan gaat het om de feitelijk gerealiseerde capaciteit van je vergunning. Met andere woorden: dat wat je gebouwd hebt.”
Als je dus een nieuwe Natuurvergunning aanvraagt, bekijkt de provincie hoeveel rechten je mag ontlenen aan de onderliggende Natuurvergunning. En met die aantallen mag je gaan rekenen. Er hoeft dus niet meer met productierechten of stallijsten aangetoond te worden dat de stal ook volledig benut werd. Dat is een verbetering ten opzichte van de vorige beleidsregels.”
Voorbeeld
Kamphuis geeft een voorbeeld: „Als je bijvoorbeeld een vergunning hebt voor een stal met 150 melkkoeien en je hebt de stal gebouwd en er slechts 100 gehouden, dan worden toch de 150 koeien als onderliggende rechten beschouwd omdat je de stal daadwerkelijk hebt gebouwd. Op het moment dat de stal deels klaar is, dan telt het deel dat feitelijk is gerealiseerd.”
Er zijn een paar uitzonderingen. Als je de volledige vergunning nog niet feitelijk hebt gerealiseerd, mag in de volgende gevallen toch worden uitgaan van de volledige rechten:
- Je hebt aantoonbare stappen gezet om te realiseren, dus je bent gestart met bouwen. Kamphuis: „Denk aan het aanleggen van de fundering voor de nieuwbouw.”
- Je bent aantoonbaar onomkeerbare significante investeringsverplichtingen aangegaan. „Denk hierbij aan het aangaan van een aanneemovereenkomst met boetebeding of financieringsverplichtingen.”
- In je aanvraag vervang je een emissiearme techniek door een verdergaande emissiearme techniek. „Hierbij mag geen sprake zijn van een toename van het aantal dieren”, vult Kamphuis aan.
Ondanks dat er eenduidigheid is, worden vergunde rechten wel aangetast als er niet gebouwd is en veehouders niet onder de uitzonderingen vallen, oordeelt Kamphuis. „Voor sommige veehouders zal dit nadelig uitpakken”, oordeelt hij.
Regels extern salderen
Een bedrijf kan ook stikstofruimte kopen van een bedrijf dat stopt, extern salderen. Dit mag pas als de wijziging van de Meststoffenwet in werking is getreden, vermoedelijk op 1 februari 2020. Vanaf dat moment wil de overheid bij een transactie van stikstof die productierechten innemen.
Bij extern salderen mag je 70% van de stikstofruimte benutten, de overige 30% wordt afgeroomd. Om 700 kg te kunnen benutten op een bedrijf moet elders dus 1.000 kg moeten worden ingetrokken. Ook mag er geen toename van de NH3-depositie op Natura 2000-gebieden zijn. In de nieuwe vergunning wordt een 3- jaarstermijn voor het realiseren van de nieuwe situatie opgenomen. Is daarna de vergunning niet gerealiseerd, dan kan de provincie de vergunning intrekken.
Ook bij extern salderen geldt dat alleen de ‘feitelijk gerealiseerde capaciteit’ gebruikt mag worden. Daarbij zijn de uitzonderingen zoals hierboven genoemd niet van toepassing. Ammoniak van bedrijven die meedoen aan de Saneringsregeling varkenshouderij en de Stoppersregeling ammoniak kan niet worden gebruikt voor extern salderen.
PAS-meldingen
Voor bedrijven die geen Natuurbeschermingswetvergunning hebben, maar een PAS-melding, is officieel nog niets geregeld. De minister komt hier later op terug. De beleidsregels gaan ook niet in op beweiden of bemesten. Ook daar komt de minister later op terug.
Volgens Kamphuis scheppen de gewijzigde beleidsregels voor een grote groep boeren duidelijkheid. „Boeren kunnen nu pas echt op een rij gaan zetten hoe ze er voor staan. Zorg ervoor dat je helder hebt welke vergunningen je hebt, dat is de basis. Toch merk ik nu al dat er veel casussen zijn die net niet in de geschetste situaties passen. Iedere situatie is anders. Dit beleid moet zich nog settelen.”