Schouten oogst sympathie tijdens gesprek veehouders Kootwijkerbroek
„Ze had twee luisterende oren”, vervolgt Dokter zijn verhaal. „Dat gaf ons een positief gevoel. Schouten is duidelijk een andere minister dan Brinkhorst destijds. Ze wilde meedenken wat het ministerie anders zou kunnen doen en waar men van kan leren. Zoals bijvoorbeeld het aannemen van mensen voor de ruimingen. In 2001 werden er mensen zonder affiniteit met de landbouwsector via het arbeidsbureau gehaald. Ze waren niet altijd handig in het werk wat ze moesten doen. Veehouders zagen met pijn in het hart hoe hun dieren nodeloos leden bij bijvoorbeeld bloedtappen door mensen die daarvoor de bekwaamheid niet hadden. Veel beter is het om boeren jongens of veetransporteurs in te zetten. We hebben ook onze persoonlijke verhalen en verhalen uit de gemeenschap kunnen vertellen.” Dit was volgens Dokter het eerste gesprek en wellicht volgt er nog een ander gesprek. Afgezien van een ‘goed gevoel’ gehoord te worden, heeft de minister geen andere beloftes gemaakt.
Geen juridische zaken
Ook Lau Jansen van de Stichting Onderzoek MKZ Crisis Kootwijkerbroek vond het een goed gesprek. „We werden ontvangen door de minister en ongeveer zes ambtenaren, maar Schouten leidde zelf het gesprek en stelde alle vragen. Het gesprek ging niet zozeer over juridische zaken. Ze was vooral geïnteresseerd in het persoonlijke verhaal. Ze gaf iedereen ruim de gelegenheid en dat pakte ze goed aan. Ze kreeg te horen dat de betrokkenen destijds gefrustreerd en emotioneel waren, omdat niemand van het ministerie in 2001 in het verhaal van Kootwijkerbroek geïnteresseerd was.”
Destijds respectloos behandeld
Jansen: „Een vrouw vertelde over haar zwangerschap tijdens en de geboorte van haar baby, net na de crisis en hoe die emotie nog steeds aanwezig is. Een veehouder en zijn vrouw hadden moeite om zijn gevoelens onder controle te houden toen zij hun verhaal hielden. We hebben verteld hoe respectloos we destijds werden behandeld door de overheid en onderzoekers op de manier van: ‘Wij zijn wetenschappers en jullie ondeskundige boeren en relschoppers.’ Maar dat zijn we niet. Bij de ruiming tijdens de vogelgriep hebben de veehouders loyaal meegewerkt, maar toen werden we ook anders benaderd. Ik vond Schouten begripvol. Je koopt er niets voor, maar het is door ons erg gewaardeerd en ze heeft hiermee sympathie gewonnen door echt onder de indruk te zijn.” Ook Jansen verwacht nog wel een vervolggesprek tussen de minister en de veehouders; wellicht over een eventuele schadevergoeding.