Elektronische monitoring Overijsselse luchtwassers onder de maat

De cijfers op basis van dit administratieve onderzoek (fase 1 van het project ‘Luchtwassystemen in Overijssel’) geven wel een indicatie maar geen inzicht over de praktische werking van de luchtwasser en de daadwerkelijke emissie van geur en stoffen, zo stelt de provincie in een persbericht. Ze zijn wel aanleiding voor een gesprek met de eigenaar van de stallen en meer bewustwording van de situatie.
Monitoringssysteem
In Overijssel zijn ongeveer 350 agrarische bedrijven met één of meerdere luchtwassers. Uit een eerdere steekproef op basis van gegevens over 2018 bleek al dat het merendeel van de gecontroleerde luchtwassers niet optimaal functioneert. In veel gevallen voldeed de elektronische monitoring van de luchtwasser niet, zodat de werking van de luchtwassers niet beoordeeld kon worden.
Alle luchtwassers, zowel biologisch als chemisch, moeten sinds 2016 zijn voorzien van zo’n monitoringssysteem. Dat systeem registreert het gebruik van de apparatuur aan de hand van een aantal parameters zoals bijvoorbeeld stroomverbruik en de zuurgraad van het water dat wordt gebruikt. Het systeem slaat deze informatie op en kan op een later moment worden uitgelezen, zodat een beeld kan worden gevormd van het gebruik van de luchtwasser.
Ingewikkelde bediening
Uit een analyse van de uitkomsten blijkt dat in de meeste gecontroleerde gevallen de luchtwasser wel in werking was. Aanleiding voor de tekortkomingen was vaak een combinatie van ingewikkelde bediening en gebrek aan aandacht. Uit gesprekken met de veehouders blijkt dat zij zelf ook het belang zien van een goede luchtbehandeling in hun stallen, bijvoorbeeld in verband met dierenwelzijn en stalklimaat. In de praktijk blijkt het echter ingewikkeld om alles helemaal goed te doen bij deze luchtwassystemen.
Toch vindt Overijssel de uitkomsten van dit uitgebreide onderzoek niet acceptabel en stelt dat het een verantwoordelijkheid van de agrarische bedrijven is om hun apparatuur goed voor elkaar te hebben. Luchtwassers zijn een maatregel die boeren inzetten voor het tegengaan van (onder meer) stikstofemissies en een voorwaarde in de vergunning om te mogen vestigen of uitbreiden; ‘Op die manier leveren ze een bijdrage aan een goede balans tussen ecologie en economie op het platteland.’
Bewustwording
Als vervolgtraject zet Overijssel nu eerst in op (meer) bewustwording bij de boeren. Alle gecontroleerde bedrijven (ongeveer 60 procent van de bedrijven heeft meegedaan aan dit onderzoek) zijn geïnformeerd over de uitkomsten. Bedrijven die niet reageerden zijn bezocht door toezichthouders. Daarnaast organiseren provincie en omgevingsdiensten in het eerste kwartaal een aantal voorlichtingsbijeenkomsten voor agrarische ondernemers, leveranciers, brancheorganisaties en andere betrokken partijen. Het is de bedoeling om de branche zelf actiever te maken in het omzien naar de werking van de luchtwassers.
Later dit jaar wordt een nieuw onderzoek gehouden. Als de situatie dan niet is verbeterd zullen meer formele handhavingsacties worden ingezet conform de regels die de provincie hiervoor ter beschikking hebben.
Tekst: Lauk Bouhuijzen
Beeld: Ruth van Schriek