De Achterhoek wil natuurinclusief boeren
Erwin Wunnekink uit Haarlo (GD), vice-voorzitter van de Raad van Commisarissen van FrieslandCampina , benadrukte tijdens een inspiratiebijeenkomst van de Vruchtbare Kringloop Achterhoek in zalencentrum de Radstake te Varsseveld het grote belang van natuurinclusief boeren.
Boodschap opgepakt
„Alleen als je komt met feiten en cijfers én met een goed verhaal heeft FrieslandCampina een sterke onderhandelingspositie bij de inkopers van de retail. Ze willen weten hoe wij het dierenwelzijn en het milieu beschermen. Maar nu ook wat wij doen aan natuurinclusieve landbouw.” De boodschap van Wunnekink kwam over want vooral de woorden ‘kruidenrijk grasland’ en ‘biodiversiteit’ sprongen er uit op het grote scherm in de volle zaal, toen de VKA-deelnemers via hun smartphone een trefwoord invoerden waarmee ze de avond konden samenvatten. Innovatiemanager Carel de Vries had verteld over de resultaten van zes jaar Vruchtbare Kringloop Achterhoek en ‘boerenveearts’ Gerrit Hegen lichtte de studieclubbijeenkomsten toe met het thema ‘Koe & Kringloop’.
Planet Proof proeftuin
In de paar minuten waarin Wunnekink het woord voerde, vertelde hij over het belang van de Planet Proof-melkstroom, die in 2018 van start is gegaan en omvat inmiddels 10 procent van de totale melkstroom van FrieslandCampina. Een belangrijk deel van deze melk is afkomstig uit de Achterhoek, waar sowieso 98 procent van de totale melkproductie aan FrieslandCampina wordt geleverd. Wunnekink: „Planet Proof-melk levert een meerwaarde van 1-2 cent per liter op. Het zou mooi zijn als FrieslandCampina deze melkstroom kan uitbreiden naar 50 procent van het totaal.”
Percentage weidegang 60 procent
Uit de cijfers van Vruchtbare Kringloop Achterhoek blijkt dat de deelnemers weliswaar best goed scoren voor de Planet Proof criteria, maar dat de gemiddelde VKA-deelnemer nog niet voldoet aan alle eisen die aan Planet Proof-melk worden gesteld. Dat heeft vooral te maken met weidegang. Niet meer dan 60 procent voldoet aan de basisnorm van minimaal 120 dagen lang zes uur per dag beweiden (720 uur per jaar). Ook is er nog winst te behalen op het gebied van eiwit van eigen land (21 procent voldoet niet aan basisnorm) bodemoverschot (25 procent voldoet niet aan norm) en broeikasgassenuitstoot (17 procent voldoet niet aan basisnorm). Deze cijfers zijn gebaseerd op data van 310 VKA-deelnemers in de periode van 2016-2018.
Tekst: Erik Colenbrander
Ervaren freelance vakjournalist (52), opgeleid als ingenieur melkveehouderij en van jongs af aan gefascineerd door de boerenwereld en in het bijzonder de melkveehouderij en het weer. Met veel plezier richt ik me de laatste jaren ook op de akkerbouw, in het kader van een 'leven lang leren'.
Beeld: Ruth van Schriek, Erik Colenbrander