‘MOB probeert gelijk te halen over rug van boeren’
Eind 2019 hebben Gedeputeerde Staten van Overijssel negen handhavingsverzoeken van MOB afgewezen met als gevolg nu de spoedprocedure waarin de milieugroep handhaving af wil dwingen in een van deze verzoeken. Overijssel stelt zich al maanden op het standpunt dat handhaving niet nodig is en verwijst daarbij naar onder meer de uitspraken van de commissie-Remkes.
Een soortgelijke rechtszaak is ook in de provincie Drenthe gevoerd. In die uitspraken oordeelde de Rechtbank Noord-Nederland op juridische gronden dat er wel een vergunning nodig zou zijn. De provincies en het rijk zijn eind januari in beroep gegaan tegen deze uitspraken.
Volgens Haarman zorgt een rechtszaak bij boeren zoals in Zwolle voor veel onrust. „Dit is zo enorm vervelend, je wordt als boer aangevallen op iets wat al eeuwenlang gebeurt. Terwijl Remkes, minister Schouten en de provincie allemaal hebben gezegd dat handhaving helemaal niet aan de orde is. Ik snap ook helemaal niet waarom MOB dit doet. Bovendien, om dit juridische gaatje te dichten krijg je straks misschien weer meer regels. Terwijl er al veel te veel regels zijn.”
FDF dreigt met harde acties
De betrokken Overijsselse melkveehouder wordt financieel en juridisch gesteund door LTO Noord. Ook FDF heeft al met harde acties gedreigd als er volgende week een negatieve uitspraak volgt en de provincie Overijssel gedwongen wordt om op te treden.
Volgens Haarman raakt deze zaak de hele veehouderij in Nederland. „Als de rechter in het nadeel van deze boer beslist, komen direct talloze boeren in de problemen. We zien dit als een rechtstreekse maar ook onbegrijpelijke aanval op veehouders die in goed vertrouwen hebben gehandeld. Wij staan volledig achter deze boer.”
LTO Nederland waarschuwde vorig jaar mei al bij de Raad van State-uitspraak over de PAS dat een vergunningsplicht voor beweiding en bemesting nooit aan de orde kan zijn. Zoiets is in de praktijk onwerkbaar en druist in tegen de verduurzaming (inclusief weidegang) van de veehouderij. Bovendien zou het eventueel uitrijden van mest haaks staan op de kringloopgedachte.
Ook de commissie-Remkes bevestigde vorig najaar voor bemesten geen vergunningplicht nodig is omdat de uitstoot door mestgebruik lager is dan toen de Habitatrichtlijn van kracht werd in 2004. Alleen als het grondgebruik is veranderd, bijvoorbeeld van akker- naar grasland kan een nieuwe beoordeling mogelijk zijn omdat de hoeveelheid mest dan verandert, zo liet dit Adviescollege Stikstofproblematiek toen weten. Voor beweiden is er geen hogere depositie dan waar in de stalvergunning al ruimte is gehouden en is er dus ook geen vergunningplicht.
LNV-minister Schouten bevestigde later in een brief aan de Tweede Kamer dat het de inzet van het kabinet is om beweiden en bemesten niet vergunningsplichtig te maken. Dat is ook met het Landbouw Collectief besproken.
Onderdeel van bedrijfsvoering
Volgens Johan Vollenbroek van MOB deugt het advies van Remkes niet. Beweiden en bemesten is volgens hem een integraal onderdeel van de bedrijfsvoering waarvoor dus een vergunning via de Natuurbeschermingswet nodig is. Vollebroek is er daarom van overtuigd dat voor de rechtbank de mening van de commissie niet zal standhouden.
Er volgen later nog meer hoorzittingen bij de Rechtbank Overijssel over andere handhavingsverzoeken van MOB. Die gaan over bedrijven die een melding hebben ingediend binnen het PAS.
Tekst: Lauk Bouhuijzen
Beeld: Ingrid Sweers