Landbouwmachinebedrijf Vredo kan flink uitbreiden op huidige locatie
Dat heeft de Raad van State vandaag in een einduitspraak bepaald. Die uitspraak betekent een flinke meevaller voor het bedrijf. Anders had het bedrijf op zoek moeten gaan naar een nieuw bedrijfslocatie. De directie schatte een volledige verhuizing van Vredo op ruim 12 miljoen euro.
Nu het bedrijf voorlopig aan de Welysestraat kan blijven zitten en uitbreiden is een kostbare verhuizing niet nodig. Alleen als het bedrijf nog een keer wil uitbreiden zal het waarschijnlijk wel moeten verplaatsen.
In ieder geval heeft de Raad van State alle bezwaren van een directe buurman van tafel geveegd. Die vindt het niet logisch om een dergelijke machinefabriek in het buitengebied nog eens een fikse uitbreidingsmogelijkheid te geven. Door de uitspraak en de verleende omgevingsvergunning kan Vredo bijna verdubbelen van ruim. 7.000 vierkante meter (m2) naar bijna 14.000 m2.
Bijzonder geval
De Raad van State meent evenwel dat de uitbreiding van Vredo op de huidige bedrijfslocatie niet in strijd is met gemeentelijk en provinciaal beleid, zoals het zogenoemde VAB(vrijkomende agrarische bedrijfsbebouwing)-beleid. Volgens het VAB-beleid moeten niet-agrarische bedrijven in principe naar een bedrijventerrein verhuizen. Alleen in bijzondere omstandigheden mag de gemeente daarvan afwijken. En Vredo is zo’n bijzonder geval.
Het bedrijf kan om meerdere redenen nu niet in zijn geheel naar een bedrijventerrein in de regio verplaatsen. En hoewel het bedrijfsterrein bijna verdubbeld wordt, zal de overlast voor de omgeving alleen maar afnemen. Want het testen van machines zal voortaan in de nieuwe loods plaats vinden.
Verder wordt de uitbreiding landschappelijk goed ingepast en wordt er ter compensatie meer natuur aangelegd bij het Panovense Pas-bos. Ook de geluidsoverlast zal binnen aanvaardbare grenzen blijven, zo stelt het hoogste bestuursrechtscollege vast. Kortom, Vredo kan de schop in de grond steken.
Tekst: Jan van Ommen
Beeld: Vredo