Gelderse geitenhouder mag toch silo’s bouwen

De gemeente wilde geen wijzigingsvergunning verlenen voor het verplaatsen van drie sleufsilo’s naar een andere locatie op de veehouderij van Leeke Bouwens aan de Angerensestraat. Lingewaard wil in navolging van de Gelderse geitenstop geen enkele wijziging bij geitenhouderijen toestaan zolang het RIVM nog bezig is met een landelijk onderzoek naar de gevolgen van intensieve geitenhouderijen voor de volksgezondheid. Dat betekent geen nieuwvestiging of uitbreiding. Maar een wijziging op het bedrijf, die niets te maken heeft met het aantal dieren, althans een uitbreiding daarvan, moet kunnen, zo blijkt woensdag uit een uitspraak van de Raad van State.
Risico's
Het verplaatsen van voedersilo’s bij Bouwens’ bedrijf heeft geen enkele invloed op het aantal te houden geiten en de mogelijke risico’s voor de volksgezondheid. De silo’s komen zelfs gunstiger te liggen ten opzichte van omwonenden. Alleen moet Bouwens daarvoor zijn bouwperceel enigszins wijzigen om de huidige sleufsilo’s aan de achterzijde van zijn bedrijf naar een ander deel van het terrein te verplaatsen. Daar wilde Lingewaard pertinent niet aan meewerken. Die was tegen elke wijziging bij de geitenhouder, tot en met het vervangen van een lamp in de stal aan toe, bij wijze van spreken. Volgens de Raad van State schiet de gemeente daarin door en moet ze alsnog bekijken of Leekens zijn silo’s mag verplaatsen.
Overigens gaf geitenhouder Bouwens eerder al aan dat ambtenaren van de provincie Gelderland, die de geitenstop heeft afgekondigd, weinig problemen in het verplaatsen van de silo’s zagen.
Tekst: Jan van Ommen
Beeld: Ellen Meinen