‘Mestgift door droogte afgestemd op lichte tweede snede’
Net als veel collega’s ondervindt de melkveehouders uit Holten (OV) de gevolgen van de droogte. Zo is hij genoodzaakt om het weideplatform flink te vergroten, om de koeien voldoende vers gras aan te kunnen bieden. Dit betekent dat er van de 40 hectare grasland op het bedrijf slechts 10,5 hectare gemaaid kan worden voor de tweede snede.
Vers gras monster geeft doorslag
Stevens streefde voor de eerste snede naar een opbrengst van rond de 4.000 kilo droge stof. Het aandeel ruw eiwit is voor hem bepalend voor het maaimoment. Daarom nam de veehouder eind april een vers gras-monster. „Het aandeel ruw eiwit lag nog ruim boven het gewenste niveau van 165 gram ruw eiwit. Met het gegeven dat het ruw eiwit elke dag ongeveer 4 gram daalt, wist ik dat ik nog beter een weekje kon wachten. Uiteindelijk heb ik 10 mei de eerste snede gemaaid en lag de opbrengst op ruim 4.200 kilo droge stof.”
Maaien in het teken van het bloeimoment
De tweede snede staat voor Stevens in het teken van het bloeimoment. De veehouder wil ook graag voldoende voederwaarde houden in te tweede snede. Daarom besloot hij te bemesten voor de snede van 2.500 kilo droge stof. Dit komt neer op 20 kuub drijfmest en 30 kilo zuivere stikstof uit kunstmest. „Door de droogte groeit het gras te traag om voor de bloei nog een royale tweede snede te kunnen maaien.”
Voor een optimale benutting is de drijfmest verdund tot twee derde mest en een derde water. „Liever voeg ik nog meer water toe, maar omdat er met de zodebemester is bemest in plaats van de sleepslangbemester, is dit minder makkelijk te realiseren. Het moet ook praktisch uitvoerbaar blijven.”
Stevens sprak in 2019 tijdens het Topkuilevenement over zijn graslandmanagement. Klik hier om de video te bekijken.