Gelderse veehouder werkt samen met Staatsbosbeheer aan natuurinclusieve landbouw
Hassink en zijn familie willen over tien jaar een bedrijf hebben ‘dat in balans is met de natuurlijke omgeving’. Staatsbosbeheer ondersteunt de veehouder hierin door de looptijd van het pachtcontact van weidegrond te verhogen van één naar twaalf jaar. Daarnaast gaat Hassink 29 hectare grond extra pachten van Staatsbosbeheer.
Biodiversiteit
Het vee van Hassink is van het fleckvieh ras. Het bedrijf houdt al het jongvee aan, ook de stiertjes. De veehouder uit Oene streeft ernaar om het veevoer zoveel mogelijk op het eigen bedrijf te verbouwen. Naast diverse soorten gras verbouwt het bedrijf voederbieten, luzerne en maïs. Van de eiwitrijke luzerne/gras worden grasbrok en hooi gemaakt, waardoor extern ingekocht krachtvoer minimaal is. Binnen de bedrijfsvoering is ook aandacht voor het verhogen van de biodiversiteit op eigen grond. Zo zijn er maatregelen getroffen voor zwaluwen op het erf en worden er een parkbos, een productiebos, verschillende poelen, verlaagde oevers, houtwallen en struwelen beheerd.
Rendabel
Staatsbosbeheer startte vorig jaar in samenwerking met het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit een meerjarig project waarbij boeren worden geholpen om over te schakelen naar een vorm van landbouw die meer biodiversiteit combineert met een rendabele bedrijfsvoering. Het doel is om veertig van dit soort experimenten te starten. Staatsbosbeheer zet hierbij zijn grondpositie in; de bos- en natuurbeheerder heeft 50.000 hectare grasland in eigendom. Staatsbosbeheer: ‘Als een boer overstapt op natuurinclusieve landbouw heeft hij - om rendabel te kunnen opereren - méér grond nodig. Die extra natuurgrond kan hij op verschillende manieren pachten van Staatsbosbeheer. In ruil daarvoor wordt met de boer afspraken maakt over activiteiten die de natuurinclusieve agrarische bedrijfsvoering ondersteunen en tegelijkertijd de biodiversiteit op al zijn landbouwgrond vergroten. Met als resultaat dat de biodiversiteit op boerengrond in de buurt van natuurgebieden van Staatsbosbeheer kan toenemen.’
Naast Hassink uit Oene nemen ook boeren in Reeuwijk (ZH), Woerdense Verlaat en Tienhoven (UT), Arrien (OV), Leutingewolde (DR) en Delfgauw (ZH) deel aan het project. De monitoring is in handen van Wageningen University & Research.
Tekst: Renske Luimes
Renske is opgegroeid op een klein gemengd bedrijf. Bij Agrio kan ze haar grootste hobby, namelijk schrijven, combineren met haar voorliefde voor de landbouw.
Beeld: Susan Rexwinkel