Vergroening melkveehouderij succesvol
Jan Poppe, melkveehouder in Zwolle, is enthousiast. „Al die vluchtstroken werken echt!" Hij merkte het toen ze aan het inkuilen waren. Behalve de randen waar vogels in kunnen schuilen, reed hij ook vaste mest uit op grasland. „Ook dat ging mooi. We deden trouwens altijd al aan weidevogelbeheer, maar wegens predatie door vossen, dassen en ooievaars bleef er weinig over. Maar nu hebben we weer een wulp. Met drie kuikens!" Ook is de melkveehouder met 280 koeien vol lof over de dassenburcht, maar nadeel is dus dat ze alle nesten verorberen.
Esther Graaskamp, projectleider van Agrarisch Natuurbeheer collectief Noordwest Overijssel, is blij met de aanmeldingen. „Maar liefst 50 boeren deden mee. Dat is super, daar we hoopten op zo’n 30 boeren. Het mooie is dat de maatregelen die we hebben bedacht voor vergroening van het landbouwbeleid, heel goed haalbaar zijn.”
Van maart 2019 tot nu is er veel gebeurd. „Wat binnen onze pilot belangrijk is geweest, is dat we een werkgroep in het leven hebben geroepen”, aldus Graaskamp. „In deze werkgroep zit een breed scala aan mensen. Zo zijn er verschillende boeren die kritisch met ons mee kijken, maar onder andere ook een docent van de Hogeschool Aeres, een echte kievitkenner en de weidevogelman van de provincie die allemaal vanuit een ander oogpunt naar deze pilot kunnen kijken.”
Ruige mest een must
In eerste instantie was er een hele lange lijst met allerlei verschillende maatregelen. In samenspraak met de werkgroep is deze lijst teruggebracht tot vijf pakketten. In alle pakketten is een rand aanwezig. Een ‘rand’ is een rand langs het land die door de boeren volledig met rust wordt gelaten. Ze mogen dit stuk land niet injecteren, beweiden of anderzijds bewerken en is 3 tot 9 meter breed. Het is maar net welke breedte voor de boer het meest praktisch is. Vaak werd voor een pakket gekozen waarin behalve een rand ook de aanwending van ruige mest een must was, of een pakket met rand en een drassig gebied waar in het natte voorjaar nogal eens voor werk gekozen.
Haalbaarheid succesfactor
Het collectief Noordwest Overijssel heeft samen met de werkgroep, de verschillende maatregelen ontwikkeld. De maatregelen worden dit jaar in de praktijk getest binnen de gebieden Kallenkote, Mastenbroek, Tolhuislanden en Wijthmen. Als het weidevogelseizoen straks voorbij is, wordt er, net als bij de start van het veldseizoen, een enquête verspreid onder de deelnemers. Graaskamp: „We vinden het belangrijk om te weten hoe de boeren deze pilot hebben ervaren, of de pakketten reëel waren en of het goed inpasbaar was binnen de bedrijfsvoering.” Aan het eind van het jaar worden alle bevindingen samengevoegd. Op basis van deze resultaten kan er een advies worden gegeven aan het LNV, de opdrachtgever van deze pilot. „Hierbij wordt er zowel vanuit het perspectief van de kievit als het perspectief van de boer gekeken. Dus daar zijn we nog wel zoet mee”, concludeert Graaskamp. Dat de haalbaarheid groot is, is door boeren dan ook zo ervaren. Dat is heel belangrijk, volgens de projectleider. Vanaf maandag aanstaande mag er weer worden gemaaid.
BoerenNatuur is nauw betrokken bij de zeven pilots van het ministerie van LNV om maatregelen in de landbouwsector, in de volgende GLB periode van 2021-2027, meer effect te laten hebben op klimaat, bodem, water, lucht, landschap en biodiversiteit. Zeven pilots waarvan zes uitgevoerd worden door collectieven aangesloten bij BoerenNatuur en één in samenwerking met LTO Nederland. Deze pilots worden uitgevoerd in opdracht van het ministerie van LNV. Nieuwe pilots zijn in de maak.