Column: LNV moet trekkerstuur loslaten
In de politiek gebeuren de meeste dingen om een reden. Dat geldt ook voor de planning van nieuw beleid en het uitbrengen van advies door adviescommissies. Wanneer een advies impact gaat hebben en er zitten verkiezingen aan te komen, dan vinden de verantwoordelijke politici het handiger om de conclusies na de verkiezingen te organiseren. Bij de vorming van wetgeving is het meestal zo dat er eerst een commissie wordt ingesteld die advies geeft. Daarna volgt het politieke proces en worden er definitieve keuzes gemaakt. De politiek kan het advies dan wat afzwakken en bijschaven of doet simpelweg aan cherrypicking en laat de rest zitten. En soms wordt het advies keurig opgeborgen in een la en horen we daar niets meer van.
Overheen plassen
Het is interessant om te zien hoe dat met de commissie Remkes ging. Die brengt na een rechterlijke uitspraak eerst wat deeladviezen uit en kondigt vervolgens vroegtijdig aan wanneer haar eindrapport verschijnt. In plaats van te wachten tot er een advies ligt dat af was, kwam het ministerie van LNV alvast met de nieuwe wetgeving zodat Remkes er nog even overheen kon plassen. Waarom kiest het ministerie van LNV hiervoor? Een paar weken respijt op het stikstofdossier had echt niet uitgemaakt want het gaat om een aanpak die loopt tot en met 2030. Een verklaring kan zijn dat de ambtenaren op het ministerie en de minister eigenlijk harder wilden ingrijpen in met name de landbouwsector, maar dat dit niet is gelukt doordat er in de coalitie onderhandeld moest worden. Of ze willen dat het wetsvoorstel minimaal overeind blijft. Dan helpt het wanneer Remkes zegt dat het allemaal niet voldoende is en neemt het zo een voorschot op het debat in de Tweede Kamer. Komende week gaan we zien waar dat toe gaat leiden.
Ondernemerschap belonen
Kijken we naar de inhoud, dan stelt Remkes dat het ondernemerschap van boeren ruimte moet krijgen. Niet langer met wetgeving zeggen hoe boeren het allemaal moeten doen, maar simpelweg doelen stellen. Dat zorgt vervolgens voor innovatie en dat motiveert veel meer dan continu op de vingers te worden gekeken. Het is eigenlijk best wel bijzonder dat de huidige wetgeving nog niet zo in elkaar steekt. Kijken we naar andere sectoren dan is dat eerder de regel dan de uitzondering. Bij een chemiebedrijf wijzen ambtenaren van het ministerie van Economische zaken ook niet welke moer er aangedraaid moet worden. Blijkbaar wil het ministerie van LNV een dikke vinger in de pap houden als het om landbouw gaat. Ook hier weer de vraag: waarom?
Dienst Landbouw Voorlichting
Ik denk dat dit te maken heeft met de historie van de landbouwsector waarbij boeren weinig specifieke kennis hadden en de overheid actief meehielp om de voedselproductie te laten groeien. Toen ik in de jaren negentig stage liep bij Dienst Landbouw Voorlichting - ik schrijf het voor de duidelijkheid maar even voluit - was de teneur dat veel klanten van deze adviesorganisatie leunden op de adviseurs. Soms zelfs voor de meest basale vragen. Niet iedere boer liep toen nog aan de hand van dit soort adviseurs, maar wel een grote groep. Nu dertig jaar later zijn die rollen eerder omgedraaid en zijn adviseurs hard aan het nadenken hoe ze nog toegevoegde waarde kunnen leveren op het boerenerf.
Misschien onderschatten ambtenaren op het ministerie het kennisniveau of het ondernemerschap van boeren. Of is er nog nooit iemand geweest die het ambtenarenapparaat een spiegel heeft voorgehouden. Misschien vraagt verandering op dit vlak ook om minder ambtenaren en willen ze dat niet. Ik ken de reden of redenen niet, maar feit is dat de wetgeving niet mee ontwikkeld is met het agrarisch ondernemerschap, waardoor wetgeving juist frustreert.
Niet alles kan
Dat Remkes pleit voor een omslag in beleid voor boeren moet het ministerie aan het denken zetten. Het wordt tijd dat het ministerie stopt met meesturen op de trekker. Invoering van een afrekenbare stoffenbalans met duidelijke doelen die ook haalbaar zijn, kan wel eens de enige positieve bijdrage van Remkes blijken te zijn, als de politiek ook het advies overneemt om de middelvoorschriften af te schaffen. Of zoals de titel van het eerst advies van de commissie luidde ‘Niet alles kan’. Ook niet voor het ministerie.