Fotoserie: Melken in de wei
Alhoewel de zon om kwart over 5 al opkwam, verscheen melkveehouder Arjan Wijnstra tegen 7 uur met zijn oude MF35 bij de wei. Het perceel met koeien ligt op 3 kilometer afstand van de boerderij. Achter het trekkertje de veekar met melkbenodigdheden.
Anonimiteit van de fabriek
Ook ’s avonds om 7 uur melkt Wijnstra (57) de vier koeien die met twee ossen weiden in Vorden. Van een ouder echtpaar huurt hij het weiland waarin hij de ossen en melkkoeien heeft lopen. Gemolken wordt aan een ronde weidewagen die plaats biedt aan twaalf koeien. De wagen is door het lokale landbouwmechanisatiebedrijf weer tiptop in orde gemaakt. Het perceel is gedurende 35 jaar niet op de kop geweest ‘en er is ook nooit bijgezaaid'. Klaver en andere kruiden staan her en der.
Wijnstra wilde als kleuter al boeren, maar het werd hem altijd ontraden omdat hij het boeren te romantisch in zou zien. Tot hij 20 jaar geleden zijn kans greep en neerstreek in het buitengebied van Vorden. Na een hobbymatige start, ging Wijnstra de melk van zijn toen elf koeien leveren aan EKO Holland. Met twee ketels molk hij twee maal daags zijn koeien; in de zomer of van half april tot ongeveer eind oktober buiten. ‘s Winters op deel. Ondanks niets dan lof voor EKO Holland, besloot Wijnstra sinds vorig jaar toch minder koeien te gaan houden zodat hij alles zelf kan verzuivelen in plaats van op te gaan in de anonimiteit bij een fabriek.
Eeuwenoude gebouwen duurzaam
Wijnstra wil met zijn manier van boeren aantonen dat groot groter grootst niet de toekomst is, maar eerder het probleem. Hij wijst daarbij op een ligboxenstal en een mestsilo die bij de oude boerderij zijn gebouwd. „Beide staan nu leeg, sterk verouderd en afgeschreven. Maar de deel en andere gebouwen van eeuwen geleden, die zijn duurzaam gebleken”, zegt Wijnstra. De plek is bewoond sinds 1638. Aan de deel is niets verbouwd. Wellicht zal Wijnstra het tanklokaal wat vergroten om aldaar te kunnen verzuivelen. Op het melkrek droogt de omgespoelde uitrusting.
Kefir en ossenstaartsoep
Van de liters die zijn MRIJ koeien hem tegenwoordig per dag geven, gebruikt hij eerst het nodige voor de kalveren (waarvan hij ook de stiertjes aanhoudt) en vervolgens zo’n 60 liter voor het maken van yoghurt en kefir. De rauwe melk en andere zuivel verkoopt hij met andere biologische en biologisch dynamische producten in de boerderijwinkel. Wijnstra houdt al z’n stiertjes aan, laat ze ‘ossen’, en uiteindelijk slachten. Samen met het vlees van Lakenvelders wordt dit namelijk geregeld als meest smakelijk rundvlees getest, zegt de veehouder.
Op de boerderij heeft Wijnstra ook Bentheimer varkens en kippen. „Het valt overigens niet mee om biologisch voer voor de dieren aan te kopen zonder dat er soja in is verwerkt. Maar het lukt.” De veehouder bij landgoed Wildenborch wil binnenkort trouwens ‘wel weer wat opschalen’, maar is vooralsnog druk zoekende naar de balans om zijn bedrijf toekomstproof te maken.