Column: Laat Veldleeuwerik een les zijn voor Den Haag
De gemeente vroeg de bewoners in mijn wijk om zelf met ideeën te komen voor een speeltuin. Kinderen werd gevraagd tekeningen te maken met hun droomspeeltuin. Ik meldde me aan om actief mee te denken, precies zoals de wethouder het bedoelde. Mijn idee was een soort van natuurspeeltuin met water. Water lag al op de locatie dus slim verbinden en tegen weinig kosten was er iets moois van te maken. Maar helaas. De ambtenaar waar we als wijk mee werden opgezadeld stond helemaal niet open voor ideeën van bewoners en wees alle voorstellen af met een hele riedel aan argumenten. Het kwam er in feite op neer dat de gemeente de kaders zo strak had afgesteld dat er eigenlijk geen inbreng mogelijk was. Bij de opening bedankte de wethouder de buurt voor hun inbreng en dat lazen we ook keurig terug in de berichtgeving van de media. De wethouder kon een vinkje zetten bij buurtparticipatie.
Hexagoonniveau
Die worsteling zagen we deze week, of beter gezegd de afgelopen maanden, ook terug in de discussie tussen de melkveesector en het ministerie van LNV met betrekking tot het voerspoor. Alle ideeën van de sector lopen stuk op het ‘inrekenen op hexagoonniveau’, zoals minister Schouten het gisteravond voor de zoveelste keer verwoordde. Ze gaf nog een keurige uitleg over het hele proces met de sector en dat ze constructief gesprekken voerde en sector en ambtenaren steeds dichter bij elkaar kwamen. Maar als je de kaders zo strak zet dat er eigenlijk maar één oplossing is, hou je in feite de hele sector voor niets aan het lijntje. En dan is het niet zo gek dat boeren weer met trekkers naar Den Haag rijden.
Samen resultaat boeken
Het wordt tijd dat de minister, maar misschien nog wel meer de ambtenaren op het ministerie van LNV die de kaders neerzetten, op een andere manier het beleid gaan vormgeven. Niet iedere keer met regels boeren frustreren, maar werken aan draagvlak en dan samen met boeren resultaten boeken. Die voorbeelden zijn er ook en daar zou van geleerd moeten worden.
Stichting Veldleeuwerik in de akkerbouw is, of beter gezegd was, daar een goed voorbeeld van. Akkerbouwers, toeleveranciers en afnemers vonden elkaar om stappen te zetten richting duurzaamheid. Zonder regels van de overheid boekten die telers mooie resultaten die goed waren voor de bodem. Precies wat het ministerie van LNV en allerlei adviesinstellingen van de regering nu ook willen. Er waren alleen wat problemen met de funding. Sponsoren haakten af omdat ze het in de markt niet goed konden verzilveren. De stichting klopte vervolgens aan bij het ministerie voor een bescheiden bedrag om het project doorgezet te krijgen. Die gesprekken leverden niets op, behalve enkele uitspraken van diezelfde minister Schouten dat het een goed initiatief is en dat het zonde was als dat zou stoppen. De portemonnee bleef dicht en Veldleeuwerik werd opgeheven.
In plaats van de portemonnee bescheiden te trekken en daar wat voorwaarden aan te koppelen ging na de bekendmaking van stopzetting de portemonnee wel open. Er werd een kwartiermaker aangesteld om te onderzoeken hoe dit waardevolle initiatief een doorstart kon maken. Geen idee wat meneer Matthé Elema hiervoor toucheert, maar het is geld dat ook rechtstreeks overgemaakt had kunnen worden. En nu wordt het ondergebracht bij Stichting Stimuland en komt er wel geld beschikbaar om dit waardevolle netwerk te behouden. Het zal vast goedkomen in de nieuwe constructie, maar de kosten van deze hele exercitie liggen hoger dan waar de stichting zelf om vroeg. Bovendien blijft er bij betrokenen een zure smaak achter en dat is in de regel niet bevorderlijk voor enthousiasme en draagvlak.
Eiwitvoorlopers het haasje
Dit soort acties vergroten de bereidheid binnen de landbouw om stappen te zetten die maatschappelijk en politiek gewenst zijn niet. Het zorgt eerder voor een remmende houding. Dat zien we nu ook terug in de uitwerking van de voermaatregel. Bedrijven die al stappen hebben gezet om eiwit te reduceren en dus precies doen wat de minister wil, zijn nu het haasje. Ten opzichte van bedrijven die daar niet op hebben ingezet beschikken ze over minder ruimte om tot een goed rantsoen te komen. Voorlopers worden zo gestraft voor hun goede gedrag. Dat is niet wat de minister wil. Ik zou zeggen, voeg de daad die je wel wil bij het woord dat je uitspreekt. Verschuil je als minister niet achter ambtenaren en leer van processen zoals bij Veldleeuwerik. Dan is opheffing niet voor niets geweest.