Raad van State schort dwangsom drugsafval in mestkelder Haaften op
Eerder legde de gemeente West Betuwe de melkveehouder een reeks dwangsommen op omdat zijn mestkelder, mest en de bodem van een loods verontreinigd zijn met drugsafvalresten. De melkveehouder ontkent in alle toonaarden dat hij verantwoordelijk is voor het dumpen van het drugsafval. En volgens hem zijn de mest en de kelder intussen ook niet mee verontreinigd.
‘Paar maanden wachten’
De Raad stelt in de spoeduitspraak vast dat de gemeente West Betuwe toch op 3 augustus een beslissing op alle bezwaren van de melkveehouder neemt. Dus kan de gemeente sowieso tot 3 augustus wachten. Maar de Raad gaat verder en stelt dat de verschillende dwangsommen langer kunnen worden geschorst, tot een aantal maanden na de beslissing op de bezwaren.
Hoewel de Raad meent dat de veehouder wel degelijk aansprakelijk gesteld kan worden, vindt hij wel dat de gemeente best een paar maanden met de dwangsommen kan wachten om de melkveehouder de kans te geven alsnog de benodigde maatregelen te nemen om de boel op te ruimen en af te voeren. De veehouder gaf eerder te kennen dat hij geen geld heeft om 450.000 euro aan dwangsommen te betalen en dat hij zijn geld beter kan gebruiken om zijn bedrijf van het drugsafval te ontdoen of met onderzoek aan te tonen dat de mest intussen geen vluchtige drugsafvalstoffen meer bevat.
Tekst: Jan van Ommen
Beeld: Ruth van Schriek