‘Varkens moeten op minstens vijftig meter van woning staan’

Middelkamp vindt dat het fenomeen plattelandswoning zo snel mogelijk overboord moet worden gezet. Het is een truc van de wetgever geweest waardoor voormalige bedrijfswoningen vlakbij stallen bewoond kunnen blijven worden, stelt de rechtshulpverlener. Woningen die te veel stank ondergaan zoals de plattelandswoning in Zenderen van zijn cliënt Reinier Hoedemaker zijn echter in strijd met het Europese Verdrag voor de Rechten van de Mens, vindt hij. „Bewoners van een plattelandswoning zijn burgers, geen agrariërs’’.
Biologische varkenshouderij
De Oude Bieffel in Zenderen, waar het hier om gaat, ligt niet voor het eerst op tafel bij de Raad van State. Het was het perceel van een voormalig agrarisch bedrijf dat in tweeën is gesplitst door de vorige eigenaar. In 2015 kocht varkenshouder Robert Kuiphuis het gedeelte waarop de stal staat. Zijn latere buurman, Reinier Hoedemaker, heeft de voormalige bedrijfswoning gekocht. De gemeente Borne maakte daar een plattelandswoning van.
Kuiphuis wilde eerst een rundveebedrijf beginnen maar vroeg daarna een vergunning voor een biologische varkenshouderij met 500 dieren. Die vergunning kreeg hij. De varkens kunnen vrij uit de zijmuur van de stal naar buiten lopen. Kuiphuis houdt ze nog niet alle 500 maar is al wel begonnen met een aantal.
Geurbelasting
„De gemeente heeft de geurbelasting veel te laag ingeschat’’, zei Hoedemaker. Buro Blauw, dat hij heeft ingeschakeld, komt op meer dan twintig odeurunits bij zijn huis. Terwijl veertien het maximaal toelaatbare is voor een gewone woning. De gemeente stelt dat een plattelandswoning geen gewone woning en dus geen geurgevoelig object is. Daar is het nu eenmaal een plattelandswoning voor. De gemeente heeft 16,1 odeurunits gemeten bij het huis van Hoedemaker. Dat is meer dan geldt voor burgerwoningen maar qua woon- en leefklimaat nog wel aanvaardbaar, vindt de gemeente.
Borne liet ook andere milieugevolgen onderzoeken van de aan Kuiphuis verleende vergunning zoals fijnstof en ziekteverwekkers. De risico’s zijn zodanig dat er geen milieu effect rapport hoeft te worden gemaakt, vindt de gemeente. Kuiphuis vindt dat Hoedemaker wist waar hij aan begon toen hij de woning kocht. De varkenshouder was toen al eigenaar van de stal. Volgens Hoedemaker was aanvankelijk sprake van een rundveehouderij.
Bestoken
Hoedemaker heeft zelf een paardenhouderij. Ook daarover is uitvoerig geprocedeerd bij de Raad van State. Er was een meningsverschil ontstaan tussen de buurmannen over het aantal bedrijven dat op het perceel mag zitten. De Raad van State heeft daarover vorig jaar de knoop doorgehakt. Er mogen er twee zitten volgens het bestemmingsplan. Die zitten er ook.
Hoedemaker is van plan de gemeente te bestoken met een schadeclaim mocht in de toekomst blijken dat in de plattelandswoning niet gewoond mag worden vanwege stankhinder. De gemeente heeft die bestemming eraan gegeven, zei hij woensdag in Den Haag. Uitspraak van de Raad van State volgt over enkele weken.
Tekst: Adri Klinkenberg
Beeld: Ellen Meinen