Column: Landbouwinclusieve natuur als oplossing
Op 30 juni vond daar een debat plaats met onder andere minister Schouten over de Aanpassingswet natuur in het kader van de nieuwe omgevingswet. Zoals met de meeste debatten in de Eerste Kamer haalde dat de voorpagina’s van de dagbladen niet. Onterecht. Ik denk zelf dat daar zomaar eens de kiem gelegd kan zijn voor een verandering in het landbouw- en natuurbeleid die zowel voor de natuur als de landbouw positief kan uitpakken.
Meer tijd voor natuurdoelen
Theo Rietkerk, senator namens het CDA, verdiepte zich het afgelopen half jaar in de patstelling landbouw versus natuur en keek daarbij nadrukkelijk naar de Natura 2000-gebieden. Een uitgebreid interview met hem vindt u dit weekend terug in onze regionale landbouwvakbladen. Hij ontdekte dat provincies veel meer tijd hebben om de doelen te halen. Waar een Commissie Remkes en een minister resultaten willen zien in 2030, blijkt de deadline in het kader van de behoudsdoelen en verbeterdoelen pas in 2050 te liggen. En die tijd is volgens Rietkerk ook nodig om die Natura 2000-gebieden te verbeteren. Minister Schouten kreeg de opdracht van de Eerste Kamer om dat duidelijk te gaan maken aan de provincies. Die weten dat volgens Rietkerk onvoldoende. Van de Eerste Kamer moeten de provincies in hun plannen voor Natura 2000 het onderscheid gaan maken welke maatregelen voor de korte termijn (instandhoudingsdoelen) en welke voor de lange termijn gelden. De politiek verschaft zich daarmee tijd die er gewoon is om het halen van de doelen voor iedereen dragelijker te maken.
Geldstroom naar boeren
Het wenkende perspectief zit in geld. Een geldstroom die naar boeren moet gaan voor groene en blauwe diensten. Volgens Rietkerk moeten GLB-gelden, rijksmiddelen en provinciale gelden ingezet gaan worden voor maatschappelijke diensten. In plaats van landbouwbedrijven uitkopen, ziet Rietkerk liever dat boeren eigenaar blijven van hun grond en dat de maatschappij betaalt voor het in stand houden van het landschap, het verbeteren van de biodiversiteit of bijvoorbeeld het bergen van water. Ecosysteemdiensten moeten een vaste poot onder landbouwbedrijven kunnen worden, als boeren dat willen. Geen natuurinclusieve landbouw, maar landbouwinclusieve natuur.
Sneller stikstofwinst
Boeren, vooral die van de wat oudere generatie, weten vaak heel goed waar de natuurwaarden zitten. Bedrijven die nu klem zitten door alle natuurlijke handicaps krijgen met een nieuwe geldstroom bovendien weer perspectief en zijn daardoor aantrekkelijker voor bedrijfsopvolgers. Bovendien kan met die boerenkennis van het gebied veel sneller resultaat worden gehaald op het stikstofdossier. In plaats van wachten voor de overheid of boeren hun bedrijf willen verkopen, biedt de overheid ondernemersperspectief. Dat klinkt en is veel aanlokkelijker.
Veel te rooskleurig
Ik hoor u als boer denken: veel te rooskleurig. Op basis van het handelen van de overheid van pakweg de afgelopen dertig jaar, moet ik u daar gelijk in geven. Rietkerk pleit daarom voor langdurige contracten van 20 tot 30 jaar met doelen, dus geen middelvoorschriften, die haalbaar zijn en niet tussentijds worden aangepast, omdat er opeens een andere politieke wind waait. Dat vraagt nogal wat van de overheid. Ze moet boeren weer het vertrouwen geven en hun vakmanschap gaan waarderen. Zelf geloof ik dat het een enorme kans is. Voor de korte termijn kan het veel sneller stikstofruimte opleveren. Het ondernemerschap wordt weer centraal gesteld. De natuurkwaliteit en biodiversiteit profiteren en, niet onbelangrijk, de leefbaarheid op het platteland krijgt een enorme impuls in plaats van dat die afgebroken wordt.
Steun Eerste Kamer
Het mooie is dat boeren die niets zien in groene en blauwe diensten, en daar niet voor kiezen, er ook van profiteren. Door de inzet van hun collega’s zal het weer beter gaan met de natuur, waardoor de druk op de landbouw op den duur gaat afnemen. En op de vraag of dit alles realistisch is: volgens Rietkerk staat de Eerste Kamer achter hem en wordt minister Schouten daardoor gedwongen deze richting in te slaan.