Bestookte mestfabriek Twence kan geen vertraging meer hebben

Dit betoogde advocaat Monique Blokvoort van Twence dinsdag bij de Raad van State. De hoogste bestuursrechter zal gaan beslissen of het provinciebestuur van Overijssel terecht het licht op groen heeft gezet voor de verwerking van 250.000 ton varkensmest per jaar. Dat gebeurde met een provinciaal inpassingsplan (PIP) en een vergunning. De provincie ging daarmee over de gemeente Borne heen die niet wilde meewerken.
De mestverwaardingsfabriek staat gepland op de afvalstortplaats Elhorst Vloedbelt in Zenderen. Varkenshouders uit de regio kunnen inschrijven om hun mest bij Twence te laten verwerken. De mest wordt gesplitst in fosfaat en kalium, ammoniakwater en schoon water, en in biogas voor enkele drieduizend huishoudens. Twence krijgt er zo’n 21 euro miljoen subsidie voor.
Het afvalbedrijf probeert al jaren een mestfabriek van de grond te krijgen. In 2017 vernietigde de Raad van State de verleende vergunning. Overijssel kwam toen met het PIP waardoor de gemeente buitenspel kwam te staan. Tegenstanders zijn omwonenden en de gemeente Borne. Bewoners vrezen voor overlast. De gemeente had tegelijk de verkeersproblematiek in het dorp Zenderen willen aanpakken.
De mestverwaardingsfabriek komt binnen in een bestaande hal te staan op stortplaats Elhorst Vloedbelt. Per jaar zullen er 12.000 vrachtwagens met mest naar toe rijden. Uitspraak van de Raad van State volgt.
Tekst: Adri Klinkenberg
Beeld: Susan Rexwinkel