Markhorst experimenteert met leliekweek om risico’s klimaatverandering te verkleinen
Het proefveld telt slechts enkele vierkante meters, maar is voor Markhorst groot genoeg om vijf soorten lelies uit te planten. Met een gieter zorgt hij er voor dat de bollen in deze hete nazomer niet verdrogen.
Vermeerdering van lelies kan op verschillende manieren, maar meestal wordt er geschubd: van de dikke bollen worden de schubben afgehaald. Op die schubben groeit later een klein bolletje. Het vermeerderen van lelieplantgoed gebeurt tegenwoordig vaak in de vollegrond, waarbij de schubben van de bollen buiten worden geplant. Deze tweejarige teelt brengt echter veel risico’s met zich mee. Zeker met het oog op de klimaatverandering hebben telers met deze vorm van vermeerdering vaker te kampen met schade als gevolg van warme zomers en late nachtvorst. „Met vliesdoek en beregenen proberen we dan de boel te redden, maar dat werkt ook niet altijd”, zegt Markhorst. Bovendien zijn de bollen na nachtvorst gevoeliger voor botrytis.
Dit jaar gaat hij met een derde van het schubareaal terug naar de traditionele manier van vermeerderen in kratten in de bewaarcel, de zogenoemde geprepareerde schubteelt. Maar ook de traditionele vermeerdering in kratten is niet zonder gevaren (uitval) en de kosten zijn hoog. Bovendien komt er veel handwerk bij kijken.
Lees verder onder de foto
Met zijn veldproef wil Markhorst zien of de lelies in het voorjaar later boven de grond komen, waardoor de risico’s van vorstschade veel kleiner worden. De schubben die hij hier heeft geplant, heeft de teler gewogen en geteld. Ze komen naar verwachting in het voorjaar van 2021 weer boven en worden in de herfst van 2021 geoogst. Dan gaat Markhorst ze opnieuw tellen en wegen. „En dan moeten we maar eens zien wat het ons heeft gebracht.”
Markhorst teelt circa 80 hectare lelies, deels voor eigen rekening, deels op contract. Daarnaast telen ze diverse vaste planten, graan, mais, gras en tagetes.