Enkele van de oplossingen die boeren en bestuurders bedachten tijdens thema-avond landbouw in Ambt-Delden.
Plattelandsdubbeltje, voedseltax en spaarders

De deelnemers van het forum waren Gert Harm ten Bolscher, Landbouwgedeputeerde van de provincie Overijssel, Arjan Bonthuis, voorzitter LTO afdeling Zuid-Twente en Caroline van der Plas, kandidaat-lijsttrekker van de politieke partij BoerBurgerBeweging.
Boeren zijn er in allerlei vormen en maten en ze verschillen niet alleen in het product dat ze produceren. Op de thema-avond Landbouw spraken drie melkveehouders, één vleeskuikenhouder en een (bijna) biologische varkenshouder over hun bedrijf. Waar de een kansen ziet in groeien en duurzame energieopwekking, maakt de ander juist de stap om over te schakelen naar biologisch.
Omschakelen
„Toen een adviseur ons vroeg waarom we niet biologisch gingen boeren moest ik eerst een beetje lachen, terwijl mijn vader van kleur verschoot,” vertelt Ruben Exterkate van Varkenshouderij Exterkate in Bentelo. „Maar hoe meer we er aan de keukentafel over nadachten, hoe meer we inzagen dat dit goed past bij onze visie. Toen we onze plannen indiende bij de provincie in Zwolle werden we snel teruggebeld met het bericht dat dit niet paste in hun kaders. Na heel veel praten hebben we nu uiteindelijk toch akkoord gekregen en is de nieuwe biologische stal hopelijk over één jaar gerealiseerd.”
Kringlooplandbouw en biodiversiteit zijn veel besproken onderwerpen in de landbouwsector. Melkveehouder Walter Truitman boert in het kleinschalige coulisselandschap van landgoed Twickel. „Dat brengt best uitdagingen met zich mee vanwege de kleinschalige percelen, houtwanden en singels. Dit is goed voor de biodiversiteit, maar kost ook extra tijd. Als ik nu nog meer aan biodiversiteit moet doen, dan verhoogt dit mijn kostprijs. Zolang ik dat niet betaald krijg kan ik niet nog meer investeren in biodiversiteit.” Truitman ziet ook geen kansen in het plan van de Europese commissie om in 2030 25 procent biologisch landbouwareaal te realiseren. „Ik kan wel gaan omschakelen met behulp van subsidie bijvoorbeeld. Maar als ik dan mijn producten niet kan afzetten kom ik in de problemen. De Europese commissie kan beter als doel stellen: 25 procent biologische consumptie.”
Energie opwekken
Hans Roeleveld heeft zijn melkveebedrijf op twee manieren verbreed. Hij heeft een natuurbeheertak en daarnaast wekt hij biogas op met zijn mestvergister. „Ons bedrijf ligt tussen de twee Natura-2000 gebieden Punthuizen-Stroothuizen en de Beuninger Achterheide. Wij onderhouden 40 hectare van die natuur. De biomassa die vrijkomt bij het natuurbeheer verwerken we op ons bedrijf. Kwalitatief goed hooi voeren we, wat niet goed genoeg is verwerken we tot stro en wat niet meer bruikbaar is vergisten we tot biogas.” Het biogas uit de vergister wordt door energiecoöperatie IJskoud afgezet. „Het gas dat we produceren blijft in de buurt. Het gaat via een ondergrondse gasleiding naar industrie in Denekamp.” Roeleveld is niet de enige ondernemer die inzet op energie.
Ook Paul Grefte van Grefte Vleeskuikens B.V. zet in op energie. „We zijn begonnen in Hengevelde, maar hebben nu ook locaties in Markelo, Ruurlo en Zieuwent. We hebben zelf ook een locatie gebouwd. Dit dak ligt vol met zonnepanelen en de warmtepomp is het hart van de stal. Met behulp van warmtewisselaars kunnen we een heel mooi klimaat creëren waar onze vleeskuikens goed in groeien. We willen toe naar een energieneutraal bedrijf. Daarmee wil ik laten zien dat intensieve veehouderij ook duurzaam kan zijn.”
Praktijkonderzoek
Els Uijterlinde mag als laatste haar bedrijf presenteren door middel van een pitch. „Samen met mijn man run ik nu als vierde generatie melkveebedrijf Erve Mentink in Deurningen.” Maar Erve Mentink is zeker geen ‘normaal’ melkveebedrijf. Uijterlinde studeerde af aan de Wageningen Universiteit waarna ze een paar jaar werkte als ontwikkelaar van diervoederadditieven. „Tijdens mijn werk kwam ik erachter dat in Nederland weinig praktijkonderzoek wordt gedaan. Mijn man Gerard, die ook in Wageningen gestudeerd heeft en ik zijn daarom zelf praktijkonderzoek gaan doen op onze boerderij. Van het ontwikkelen van kruidenrijk grasland tot het testen van voeradditieven die methaanproductie tegen gaan.” De belangrijkste inkomstenbron van het bedrijf is melk. Maar met het praktijkonderzoek verdienen ze ook geld. „Het zou mooi zijn als meer geld beschikbaar komt voor boeren die praktijkonderzoek willen doen. Nu gaan vaak hele grote bedragen naar onderzoeksinstituten, maar onderzoek moet wel in de praktijk getoetst worden.”
Voedseltax
Voor alle keuzes die de vijf boeren maken zijn twee dingen belangrijk, het moet passen bij hun visie en geld opleveren. Boeren klagen al heel lang over de lage opbrengstprijs merkt iemand uit het publiek op. Daar zijn de boeren het mee eens. Caroline van der Plas, voorzitter BoerBurgerBeweging, ziet een voedseltax als mogelijke oplossing om meer geld te genereren voor de boer. „Maar het geld van de voedseltax mag niet in de staatskas verdwijnen. Dat geld moet juist weer terug naar de boeren. Hiermee kunnen zij dan investeren in de maatschappelijke belangen zoals biodiversiteit en natuurbeheer.” Maar volgens Van der Plas moet je ook oppassen met een voedseltax. „We willen wel dat voedsel voor iedereen betaalbaar blijft. Ook voor de mensen die minder te besteden hebben.”
Investeren
Bonthuis van LTO en Gedeputeerde Ten Bolscher zien wel wat in een plattelandsdubbeltje. De tien eurocent, die bovenop de prijs van een agrarisch product komt, dient als extra voor de boer. Ten Bolscher: „van die tien eurocent gaat twee eurocent naar de boer als extra inkomen en de andere acht cent kunnen ze investeren in maatschappelijke belangen.” Uijterlinde oppert dat het misschien niet meer het beste idee is om de prijs van een product te verhogen. „Op dit moment staat veel spaargeld stil op spaarrekeningen. We zouden spaarders ook kunnen laten investeren in grond dat wij daarna voor hen duurzaam onderhouden. Daarmee creëer je een verdienmodel voor de boer en de spaarders zien dat er iets goeds gebeurt met hun spaargeld.”