In provincie Overijssel en Gelderland meer beweiding dan het landelijke gemiddelde

Dat blijkt uit de voorlopige cijfers van de landbouwtelling 2019 van het CBS. In de landbouwtelling is gevraagd naar de weidegang in 2018 omdat het huidige weideseizoen nog niet is afgelopen.
Meer beweiding, maar korter
In 2018 kwam 71 procent van de 1.6 miljoen melkkoeien in Nederland in de wei en 80 procent van de melkveebedrijven deed aan weidegang. Het percentage weidegang liet een daling zien tussen 2010 en 2015 toen het percentage koeien in de wei van 74 naar 65 procent zakte. In 2015 en 2016 bleef het percentage gelijk waarna het nu voor het tweede jaar op rij weer gestegen is.
Provincie Overijssel en Gelderland doen het beter dan het landelijke gemiddelde. In Gelderland doet 85 procent van de bedrijven aan weidegang. In Overijssel zijn dit er iets meer namelijk 87 procent.
Tekst gaat verder onder afbeelding.
Ondanks dat het percentage koeien in de wei is gestegen, staat de gemiddelde Nederlandse koe wel minder lang buiten. In 2018 was de gemiddelde beweidigsduur 1648 uur, tegen 1941 uur in 2013. In Noord- en Zuid-Holland staan de koeien het langste buiten maar ook hier neemt de beweidingsduur af. Het CBS verklaard dit door de schaalvergroting en de toename van deelweidegang.
Melkkoeienrijkste gemeente
In de drie melkoeienrijkste gemeente van Overijssel en Gelderland ligt het gemiddelde percentage melkkoeien in de wei op of onder het landelijke gemiddelde. In gemeente Hardenberg gaat 72,3 procent van de bijna 22000 koeien in de wei. In gemeente Bronckhorst en Berkelland ligt het percentage koeien in de wei lager namelijk 61,6 en 56,5 procent.