Column: Ook extra BTW op vleesvervangers
De brief straalt vooral uit dat het een lastige exercitie is. Boeren hoeven er ook niet al teveel van te verwachten als het gaat om een beter inkomen met duurzamere landbouwmethoden. Ondanks de goede intenties bij zowel supermarkten, het ministerie en andere ketenpartijen is het nogal een uitdaging, lees bijna onmogelijk, om via het poldermodel de wetten van het vrije marktmodel te beïnvloeden.
Agro-nutrimonitor
Zo wil de minister met de agro-nutrimonitor laten zien wie er in de keten welk stukje van de koek krijgt. Dat geldt voor reguliere producten en de duurzame variant, schrijft ze. Daarna wil ze weer om tafel met onder andere de supermarkten om de voortgang van het verduurzamen van het voedselaanbod te bespreken. De intentie van de minister is goed, maar ik verwacht niet dat er straks een ketenpartij opstaat die een stukje van zijn eigen marge wil inleveren om aan boeren af te staan.
Streekproducten
Uit de brief blijkt ook dat supermarkten zich blijven inzetten om meer streekproducten aan te bieden. Dat is natuurlijk mooi, maar dat zegt nog niet altijd iets over een beter verdienmodel voor boeren. Vanuit de pluimveehouderij ken ik een voorbeeld van iemand die een deel van zijn eieren regionaal afzet via supermarkten. Het stukje marge van de tussenhandel pakt die pluimveehouder dan zelf. Mooi zou je dan denken, maar hij maakt ook extra kosten. Onderaan de streep houdt hij er niets aan over en is er vooral drukker mee. Het leverde wel waardering op waarvoor hij het óók doet, maar dat is natuurlijk geen duurzaam bedrijfsmodel. De eieren tegen een hogere prijs in de winkel leggen, betekent minder afzet. Het gros van de consumenten kijkt toch echt in eerste instantie naar de prijs ook al blijkt uit onderzoek vaak een andere intentie te spreken.
Vleestax
Die realiteitszin is er bij het ministerie ook. De minister noemt de acties van de supermarkten kleine stapjes. Het gaat de meeste boeren geen extra inkomen opleveren, al was het maar omdat het grootste deel van de Nederlandse landbouwproductie niet in Nederlandse supermarkten wordt verkocht. Daarom werkt de minister verder aan ‘het idee van reële beprijzing van vlees’. Daar bedoeld ze mee dat er een extra belasting op vlees zou moeten komen om duurzame veehouders mee te belonen.
Dat roept bij mij twee vragen op. Waarom alleen vlees en hoe gaat een overheid dit uitvoeren? Om met die laatste vraag te beginnen. Het invoeren van een extra heffing is vrij simpel via de Belastingdienst, maar er moet vervolgens een structuur komen om die extra opbrengst te verdelen. Ik zie daar al weer een groot ambtenarenapparaat verschijnen met certificering en controles waar een groot deel van die meeropbrengst aan op gaat.
Ultrabewerkte rotzooi
En waarom alleen op vlees? Het lijkt wel of men in Den Haag reguliere vleesproductie als het grootste probleem van de moderne tijd ziet. De minister motiveert haar keuze met dat dergelijke ‘beprijzingsmechanismen de sleutel kunnen zijn naar een werkelijk samengaan van economische, sociale en ecologische duurzaamheid’. Vrij vertaald zegt ze dat de landbouwproductie goed moet zijn voor boeren, natuur en mensen.
Wie nu door de supermarkt loopt ziet een overaanbod, ik meen 75 procent, van bewerkt tot ultrabewerkt voedsel. Daarvan weten we dat het niet gezond is voor mensen, dus niet ecologisch duurzaam. Ons lichaam kan het beste overweg met onbewerkte producten. Dus als de minister duurzaam hoog in het vaandel heeft zal ze in ieder geval ook naar de rest van het aanbod moeten kijken. En helemaal naar vleesvervangers. Frans onderzoek toonde deze week opnieuw weer aan dat die ongezond zijn. Dus als er een vleestax moet komen, dan ook één voor vleesvervangers en andere rotzooi die niet goed is voor ons lichaam. Dan wordt in ieder geval de pot met geld groter, is het extra ambtenarenapparaat te betalen en krijgen boeren echt een beter verdienmodel voor duurzame productie.