Column: Misschien moeten we agrarische politici en bestuurders juist steunen in plaats van bedreigen
Ze begrijpt die hoog oplopende emoties als de toekomst van boeren en boerinnen bedreigd wordt, maar had toch veel moeite met scheldpartijen (en erger) aan haar adres. Daarin is ze niet de enige politicus van agrarische afkomst in gemeenteraden, provinciebesturen of Den Haag. Het is een groeiend probleem in deze tijd; scheldpartijen, hele en halve doodsbedreigingen via vooral de social media aan het adres van politici en bestuurders (en veel andere groepen, van artiesten en journalisten tot voetballers en filmsterren).
In de landbouw was dat tot het afgelopen jaar minder. Boeren en boerinnen zijn gemiddeld genomen een stuk nuchterder en fatsoenlijker, denken eerst na voordat ze reageren. Dat kan trouwens best heel kritisch zijn als het om bijvoorbeeld Natura 2000, het stikstofdossier of de voortdurende aanvallen vanuit activistische hoek gaat. Als je het gevoel hebt dat ze jouw toekomst bedreigen, dat je als landbouw altijd maar in het verdomhoekje zit en er niet naar jou wordt geluisterd, dan kun je (heel) boos worden. En terecht.
Actietaal
De oude tijden dat boerenvoormannen (vrouwen deden dat vroeger nog niet…) met de pet in de hand en met u werden aangesproken is definitief voorbij. Nu dreigt het naar de andere kant door te slaan. De grote boerendemonstraties van afgelopen jaar hebben daar zeker een rol in gespeeld. Het overgrote deel van de deelnemers heeft zich fatsoenlijk opgesteld in woord en daad. Een boze en bekende kreet als ‘Schouten opzouten’ is niet meer dan aloude en bekende actietaal waar een politicus weinig of geen problemen mee hebt. Vroeger niet en nu ook niet.
Sommigen gaan en gingen helaas verder. Aankondigingen in de trant van ‘we komen wel even met wat trekkers thuis bij je langs’ of het lastig vallen van journalisten van media die niet als boervriendelijk worden gezien zoals de NOS waren en zijn over de grens. Net als de dreigementen en soms onvervalste oproepen tot fysiek geweld in de vele appgroepen van boeren die afgelopen jaar ontstaan zijn.
Nestbevuiler
Het is interessant om eens te kijken naar de vraag waarom ook politici uit de eigen sector soms zo hard en persoonlijk aangepakt worden. Misschien is de reden simpel; van politici als Jesse Klaver, Esther Ouwehand en nationale agrarische piespaal Tjeerd de Groot (die als oud-bestuurder van de NZO als nestbevuiler wordt gezien met zijn gehalveerde veestapel) verwacht geen enkele boer of boerin iets. Terwijl van de ‘eigen’ politici dus juist alles wordt verwacht.
Veel van die criticasters hebben geen flauw benul van de situatie en politieke omgeving waarin zo’n man of vrouw zit. Ze moeten in de eigen fractie voortdurend opboksen tegen collega’s die bijvoorbeeld woningbouw, economische bedrijvigheid of natuur toch net iets belangrijker vinden dan die landbouw. En daarna moeten ook nog genoeg andere fracties in de gemeenteraad, Provinciale Staten of Kamer worden overtuigd om bij de stemming een meerderheid te krijgen. Dat is een zware, intensieve (en vaak teleurstellende) taak waarbij elk groot of klein succesje winst is.
Broodnodig
Misschien zou het goed zijn als die criticasters, die zelf meestal niet verder komen dan te stellen dat alle corrupte zakkenvullers in de politiek opgeruimd moeten worden, in de landbouw zich eens gaan afvragen of het wel zo productief is om juist die eigen politici af te branden en weg te jagen. Kritiek mag en kan, geen politicus op welk niveau zal daar moeite mee hebben, maar persoonlijke bedreigingen, ook aan het adres van jouw gezin, dat stimuleert de animo niet om in de politiek te blijven. En voor de broodnodige nieuwkomers om in die politiek in te gaan. Of in een bestuur van een landbouworganisatie zitting te nemen, want ook daar wordt steeds vaker keihard op de man of vrouw gespeeld.
Bovendien, het is sowieso al moeilijk om mensen in de landbouw te vinden die politiek of bestuurlijk actief willen worden. Uiteraard heeft dat te maken met een getalsmatig steeds kleinere sector waarin iedereen druk genoeg is in het eigen bedrijf. Gelukkig is deze eeuw ook in de landbouw doorgedrongen, deels noodgedwongen, dat boerinnen dit werk minstens net zo goed kunnen als hun mannelijke collega’s. Voor diegenen die het nog wel aandurven, nu of in de komende jaren, zou in ieder geval wat meer respect, begrip en steun op zijn plaats zijn.
Tekst: Lauk Bouhuijzen
Beeld: Lauk Bouhuijzen